Begin nu voor goed herfstgras - Foto: Mark Pasveer RundveeAchtergrond

Begin nu voor goed herfstgras

De benutting van herfstgras staat of valt met de smakelijkheid. Op tijd bemesten, veel maaien en koeien op etgroen weiden houden, zijn de sleutels.

Het is elk jaar weer een uitdaging om herfstgras zo goed mogelijk te benutten. Voor ­velen is herfstgras niet meer dan pinkenvoer, ook al omdat in het najaar de drogende ­omstandigheden vaak niet geweldig zijn en de veldperiode eigenlijk te lang is. Maar door herfstgras ­zoveel mogelijk vers te benutten, kan er toch nog heel veel kwaliteit in de koe worden gebracht. De smakelijkheid en de beschikbaarheid van vers en fris etgroen zijn daarbij cruciaal.

Meer herfstgras

Zeker dit jaar is het de moeite waard om extra voorbereidingen te treffen op de benutting van herfstgras. Want er zijn enkele signalen die erop wijzen dat er dit jaar wel eens een stuk meer herfstgras valt te verwerken dan in andere jaren, hoewel dat regionaal erg kan verschillen.

De extreme weersomstandigheden van dit jaar zullen in elk geval hun effect hebben in de nazomer en herfst. Dat mogelijk wat meer ruwvoer uit herfstgras ter beschikking komt dan gemiddeld is – met de wisselende stand van de mais – nu best welkom, maar het is dan wel zaak dat goed te benutten (zie ‘Adviezen voor hoge benutting van herfstgras’, onderaan dit artikel).

De belangrijkste redenen voor de verwachting van veel gras zijn de extra beschikbaarheid van organische mest, een hoge mineralisatie en dat op een aantal bedrijven nog stikstofruimte is voor kunstmest.

Veel koeien langer op stal

Op veel melkveebedrijven is vanwege de nattigheid in juni na de tweede snede niet bemest. Na een periode van verplicht wachten als gevolg van de te lage draagkracht, is in veel gevallen eerst de kunstmestgift op het land gebracht. Vanwege de lage draagkracht zijn veel koeien ook langer op stal blijven staan dan in andere jaren, of zijn ze na een korte tijd beweiding weer tijdelijk op stal gegaan.

Halverwege juli konden ze weer naar buiten, maar kort daarop volgde een periode van warm en broeierig zomerweer. Het gevolg van deze omstandigheden is dat er meer mest op de bedrijven aanwezig is dan normaal rond deze tijd. Omdat veel melkveebedrijven maar amper voldoende opslag hebben voor de verplichte periode, zullen de putten aan het eind van het seizoen leeg gereden moeten zijn.

Foto: Koos Groenewold

Uitspoeling van stikstof, zwavel en kali

Op bedrijven waar overvloedige regenval heeft plaatsgehad zal overigens, nadat mest en kunstmest zijn uitgereden, ook sprake zijn van uitspoeling van stikstof, zwavel en kali. Met name in het Zuiden en Zuidwesten, waar de percelen erg nat zijn geweest kan ook sprake zijn geweest van denitrificatie.

Daarbij zetten bacteriën bij zuurstofgebrek nitraat om in stikstofgas, om zo de zuurstof in nitraat te kunnen benutten. De veehouders zullen dat herkennen aan de wat gelige kleur van het gras na de natte periode. Ze zien het gras pas weer kleuren en groei ontwikkelen na de bemesting die er inmiddels is geweest. Op bedrijven waar uitspoeling en of nitrificatie is opgetreden, is een extra voorraadje mest in de kelder juist wel handig, om wat reparatiebemesting uit te kunnen voeren. Omdat de totale bemesting met organische stof pakweg een maand is opgeschoven, zullen ook de nutriënten daaruit later vrijkomen.

Mineralisatie op hoog niveau

Daarnaast zal de mineralisatie ook op een hoog ­niveau komen te liggen. Toen het land bijna blank stond, is er vanwege gebrek aan zuurstof in de bodem niets gebeurd. Nu is het grondwaterpeil weer een stuk lager. Dat brengt weer zuurstof in de grond en samen met een enorm gestegen temperatuur zal de mineralisatie van organische stof ook sterk toenemen.

De mineralisatie neemt toe naarmate de bodemtemperatuur stijgt. Dat betekent dat de mineralen uit de bodem nu pas sterker beginnen vrij te komen en dat zal effect hebben op de grasgroei in het laatste deel van het groeiseizoen. Het geheel van extra drijfmest die relatief laat gegeven wordt, samen met de nog beschikbare ruimte in kunstmeststikstof en de hoge mineralisatie, maakt dat de verwachting is dat er extra herfstgras te verwachten valt die zijn weg het liefst direct naar de koe of anders naar de kuil moet vinden.

Adviezen voor hoge benutting van herfstgras

Korte termijn:

  1. Benut herfstgras zoveel mogelijk vers. Dat betekent: koeien in de wei. Wie niet aan weidegang doet, kan ervoor kiezen tijdelijk zomerstalvoeren toe te passen en het gras vers naar de koeien te brengen.
  2. Rij organische mest uit voor half augustus. Bemest percelen waar mogelijk uitspoeling van nutriënten heeft plaatsgevonden. Als daar geen sprake van is, verdeel dan de mest zo goed mogelijk in kleine porties en bij voorkeur niet voor een weidesnede.
  3. Maai, eventueel in delen, nu zoveel mogelijk gras weg zodat er vanaf begin september zoveel mogelijk etgroen is.
  4. Strooi weidezout om smakelijkheid een extra steuntje in de rug te geven. Liever twee keer 50 kilo product, dan een keer 100 kilo per hectare.
  5. Schaar koeien kort in; al bij 1.400 kilo droge stof.
  6. Bied elke dag een nieuw stuk vers gras aan. Dus snel omweiden of roterend standweiden. Geef de koeien het idee dat ze steeds een nieuw perceel voor de neus hebben.
  7. Pas de bijvoeding ’s nachts zo aan dat de koeien graag naar buiten gaan en daar veel vers gras vreten.
  8. Als er gemaaid moet worden, wacht daar dan niet te lang mee. Het gras veroudert fysiologisch snel. Dat verlaagt de verteerbaarheid en daarmee voederwaarde in de kuil.
  9. Maai gras na maximaal vier weken hergroei.
  10. Herfstgras laat zich moeilijker conserveren. Het weer is in het algemeen minder drogend en het gras bevat vaak relatief veel blad en eiwit. Gebruik zo nodig een inkuilmiddel om conservering te bevorderen en broei bij uitkuilen te voorkomen.

Lange termijn:

  1. Zorg voor goede ontwatering/afwatering van een perceel.
  2. Berijd percelen niet eerder dan wanneer er ­voldoende draagkracht is. Dat behoud de structuur.
  3. Maak gebruik van graslandverzorgingsmachines die de grond luchtig houden en gras bijzaaien.
  4. Bijzaaien of herinzaai van percelen zorgt voor een goed grasbestand en houdt het gewas smakelijk.
  5. Kies grasmengsels die geschikt zijn voor het gebruiksdoel en die goed opbrengende grasrassen en -soorten bevat.
  6. Voor beweiding is een goede resistentie tegen kroonroest belangrijk.
  7. Klaver is smakelijk en geeft extra stikstof in de bodem. Het helpt ook de aantasting van kroonroest te verminderen.

Lees het hele artikel in Boerderij 45 van dinsdag 2 augustus.

Beheer
WP Admin