Amerikaanse oud-president Jimmy Carter bleef boer

Jimmy Carter overleed afgelopen zondag op 100-jarige leeftijd. De democratische oud-president van de Verenigde Staten (1977-1981) gaat de geschiedenis in als de pindaboer die president werd.

James Earl Carter werd president na de woelige periode in de VS waarin de republikein Richard Nixon was afgetreden vanwege het Watergate-schandaal. In de verkiezingsstrijd profileerde hij zich nadrukkelijk als de ‘gewone man’, een boer uit het conservatieve zuiden.

Carter werd op 15 oktober 1924 geboren in Archery (Georgia) als zoon van een pindaboer. Hij diende na de Tweede Wereldoorlog in het Amerikaanse leger en besloot in 1953 het bedrijf van zijn overleden vader over te nemen. In die periode ontwikkelde hij ook zijn politieke aspiraties, hij was ervan overtuigd dat politiek dicht bij de mensen moest staan en hij zette zich af tegen polarisatie.

Zijn presidentschap was geen binnenlands succes. Maar Carter maakte wel furore als architect achter de vredesbesprekingen tussen Egypte en Israël. Zijn grootste nederlaag was de mislukte bevrijdingsactie van gegijzelde Amerikanen in de VS-ambassade in Teheran (Iran).

Artikel gaat verder onder de foto

Jimmy Carter, the earnest Georgia peanut farmer, died at his home in Plains, Georgia, on Sunday.https://t.co/p0CdKjYWL2

— News24 🇿🇦 (@News24) December 30, 2024

Jimmy Carter voorstander van nieuwe biotechnologische technieken

Na zijn presidentschap bleef de president zich inzetten voor vrede en vriendschap. Hij wilde de honger uit de wereld helpen en bepleitte de inzet van nieuwe biotechnologische technieken bij de plantenveredeling.

In oktober 1999 kwam hij naar Nederland, onder andere vanwege zijn pleidooi voor de inzet van genetische modificatie, een onderwerp dat destijds volop in het publieke debat aan de orde was. In een interview met het Agrarisch Dagblad benadrukte hij de voordelen van biotechnologie. Die kon worden ingezet om de ondervoeding te bestrijden. Verbetering van landbouwmethoden waren volgens hem de beste weg om honger te bestrijden. “Ik ben er trots op als ik op zo’n klein boerenbedrijfje kom en zie dat de oogst wel drie of vier keer vergroot is door het gebruik van betere landbouwmethoden.”

_{Artikel gaat verder onder de foto}

Carters katoenplanten resistent dankzij biotechnologie

Hij zag kansen voor biotechnologie bij de verbetering van maisrassen, die daardoor beter geschikt gemaakt zouden kunnen worden voor menselijke consumptie. “De maissoorten die we kennen zijn niet geschikt als goede voeding voor mensen, omdat twee belangrijke aminozuren ontbreken. Als we nu door genetische modificatie de mais aanpassen en daardoor grote bevolkingsgroepen kunnen helpen, moeten we dat doet. Er zijn grote voordelen voor de armste mensen.”

Carter ervaarde op zijn eigen bedrijf ook de voordelen van genetische modificatie. Zijn katoenplanten waren resistent gemaakt tegen bepaalde plagen. “We moesten vroeger twintig keer in het seizoen een zeer krachtig bestrijdingsmiddel op het land sproeien om de plagen onder controle te houden. Nu hoeft dat niet meer.”

Ook in 1999, toen de oud-president al lang de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt, bleef hij in zijn hart een boer.