Foto: Pixabay BoerenlevenAchtergrond

Alert op tobbende boeren

Boeren met zorgen stappen niet gemakkelijk naar de dokter. Toch is het vaak beter dat wel te doen. De omgeving kan hierbij helpen.

Als er iets is dat dit jaar hoog op de aandachtslijst staat, is het wel de geestelijke gezondheidszorg voor boeren. Agribusiness, belangenorganisaties, verenigingen, het agrarisch onderwijs, allemaal besteden ze er in toenemende mate aandacht aan. Er is reden genoeg voor, want toenemende zorgen over de toekomst groeien veel boeren boven het hoofd, waardoor ze allerlei klachten kunnen ontwikkelen als hoofdpijn, buikpijn, slapeloosheid, stemmingswisselingen, vergeetachtigheid, burn-out of depressiviteit. Zonder hulp van buitenaf verandert hier niets aan, ook al denken en hopen boeren vaak van wel.

Zelfstandig beroep

Vandaar de toenemende aandacht voor het onderwerp, zodat boeren die het mentaal moeilijk hebben, gemotiveerd worden om niet te blijven tobben maar toch hulp te gaan zoeken. “De laatste jaren is de nadruk erg komen te liggen op ondernemerschap. Dat heeft veel gebracht, maar de mensen achter de onderneming zijn een beetje over het hoofd gezien”, zegt Jeanette van de Ven. Zij is landelijk bestuurder bij LTO, met in haar portefeuille onder andere psychosociale zorg.

Liever werken ze een paar tandjes harder in de hoop dat hun ongemak wel vanzelf over zal gaan

Aandacht hiervoor blijft nog steeds nodig, merkt ze, want boeren stappen nou eenmaal niet gemakkelijk naar de dokter als ze niet lekker in hun vel zitten. Ze hebben van oudsher een zelfstandig beroep en klagen niet snel, althans niet over zichzelf. “Dat zit er zó in, dat verander je niet zo makkelijk. Liever werken ze een paar tandjes harder in de hoop dat hun ongemak wel vanzelf over zal gaan. Ze willen ook niet degene zijn die na de generaties voor hen de stekker eruit trekt, de verbondenheid met het bedrijf is vaak heel erg groot, vooral met de grond.”

De passie zit heel diep, die geef je niet zomaar op

Daar verkijkt ze zich naar eigen zeggen nog wel eens op, ook al is ze zelf boerendochter en heeft ze thuis met haar man een geitenhouderij. “Ik weet het dus wel, maar als ik soms collega’s hoor praten over hun grond, over waar vroeger een sloot liep, en wat hun opa nog heeft verbouwd en wanneer, dat is echt ongelofelijk. De passie zit heel diep, die geef je niet zomaar op.”

Signalen die mogelijk duiden op psychische problemen

  • Stil worden en nergens meer aan meedoen.
  • Niet meer van het erf af komen.
  • Somber en/of snel aangebrand zijn.
  • Resultaten bedrijf gaan achteruit. 
  • Bedrijf en/of huis wordt rommelig en vies.
  • Veel achterstallig onderhoud.
  • Stapels ongeopende post.
  • Veel uitval bij volwassen dieren.
  • Zieke dieren worden niet verzorgd. 
  • Geen vaste werktijden meer.

Geen klik tussen gewone hulpverlening en boeren

Het is op dit punt dat de gewone hulpverlening en boeren vaak geen klik hebben. Van de Ven: “De meeste hulpverleners zijn niet van boeren komaf. Ze weten niet hoe een bedrijf reilt en zeilt en ze weten ook niet hoe sterk werk en privé verweven zijn. Ik verwacht heus niet dat ze weten wat de ideale tussenkalftijd van een koe is, maar een beetje gevoel bij het boerenleven zou al veel helpen.”

De kloof tussen boeren en niet-boeren wordt eerder groter dan kleiner

Ze acht de kans dat er op dit punt iets verandert niet heel groot. “De kloof tussen boeren en niet-boeren wordt eerder groter dan kleiner.” En het is mede die kloof die de drempel voor boeren om uit zichzelf hulp te gaan zoeken, nog een beetje hoger maakt. De gedachte is vaak dat ‘ze me toch niet begrijpen.’

AgroZorgwijzer

Daarom is eind vorig jaar versneld de AgroZorgwijzer gelanceerd. Het project is nog volop in ontwikkeling, maar de vraag naar informatie was zo groot dat initiatiefnemers NZO, ZOB en het Vertrouwensloket Welzijn landbouwhuisdieren besloten om alvast te starten. Het is geen meldpunt maar een website met informatie, vooral voor erfbetreders en collega-boeren. Zij begrijpen namelijk wel hoe het boerenleven in elkaar zit en omdat ze veel op het erf komen, soms al vele jaren, zien ze het ook als er iets niet goed gaat. Zij kunnen het gesprek starten en indien nodig aansturen op een bezoekje aan de huisarts. Partners van de AgroZorgwijzer kunnen trainingen volgen over hoe dit aan te pakken.

Zo ga je een gesprek aan

  • Benoem wat je ziet en waarover je je zorgen maakt.
  • Oordeel niet over de situatie en trek niet meteen al conclusies.
  • Stel open vragen zoals ‘hoe gaat het met je?’ Of ‘maak je je ergens zorgen over?’
  • Houd je zorgen bij jezelf. Zeg niet: ‘Jij komt ook nooit meer ergens’. Zeg liever: ‘Ik maak me zorgen dat ik je zo weinig zie.’
  • Laat je niet afschepen als je zorgen worden weggewuifd, blijf in gesprek.
  • Bespreek eventuele vervolgstappen en maak afspraken: zullen we volgende week dinsdag verder praten? 
  • Regel geen hulp zonder dat de persoon er weet van heeft.

Mogelijkheden voor hulp in kaart gebracht

Het lijkt het zoveelste initiatief om boeren ‘aan het praten’ te krijgen. Vroeger was er bijvoorbeeld de Telefonische Hulpdienst Agrariërs (THDA). De ZOB was er al en die is er nog, LTO had altijd al maatschappelijk werkers en de laatste jaren neemt het aantal agrarische coaches toe. Van de ven: “Er was inderdaad al veel, maar we wisten niet goed wat en waar. Ik wist het zelf ook niet precies. Nu is in kaart gebracht waar je terecht kunt.” Ze verwacht niet dat er vanaf nu geen enkele boer meer met zorgen blijft rondlopen. “Maar het bed met mogelijkheden voor hulp is weer opgeschud en dat is alleen maar goed.”

Nummers en websites

Op www.agrowijzer.nl staat veel informatie over psychosociale zorg gebundeld.
De ZOB biedt een luisterend oor. Telefoonnummers per regio zijn te vinden op www.zorgomboerentuinder.nl.
Behoefte om eens te praten? Dat kan ook met een hulpverlener van de agrarische Vertrouwenslijn: 085-130 34 30.

Beheer
WP Admin