Advocaat: terechte zorg over lelieteelt-uitspraak
De lelieteelt-uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland ligt in het verlengde van de eerdere PAS-uitspraken, zegt agrarisch advocaat Paul Bodden. Zorgen over brede impact acht hij terecht.
De rechtbank Noord-Nederland gaf vorige week de provincie Drenthe opdracht onderzoek te (laten) doen naar het effect van gebruik van bestrijdingsmiddelen in de lelieteelt op een nabijgelegen Natura 2000-gebied. Hetzelfde geldt voor het aanbrengen van drainage in deze percelen. De uitspraak deed behoorlijk wat stof opwaaien. Landbouworganisatie LTO vreest een nieuwe juridische fuik na de stikstofcrisis, waarbij iedere handeling een stapel rapporten en een vergunning vergt.
Link met PAS-uitspraak
Die zorgen zijn volstrekt terecht, zegt advocaat Paul Bodden (Hekkelman advocaten en notarissen). Bodden is onder meer gespecialiseerd in natuurbeschermingsrecht en agrarisch recht. Hij ziet een directe link tussen de nieuwe uitspraak en de PAS-uitspraak uit 2019. “Deze uitspraak ligt in het verlengde van de uitspraak die de Raad van State deed in mei 2019 over het PAS”, zegt hij. De Raad van State zette toen een streep door het Programma Aanpak Stikstof (PAS) als basis voor de vergunningverlening, maar oordeelde ook dat het weiden van vee en het bemesten van grond niet zomaar vergunningsvrij mag. Dit omdat niet vooraf uitgesloten kan worden dat deze activiteiten natuurgebieden in de omgeving aantasten.
“Nu zie dat je dat over een andere vorm van landbouw hetzelfde wordt geoordeeld: de lelieteelt”, constateert Bodden. De redenatie van de rechtbank kan hij op een aantal punten goed volgen: namelijk dat lelieteelt onder de definitie ‘project’ valt, zoals is vastgesteld in de natuurbeschermingswet, en dat er in deze situatie geen sprake is van bestaand gebruik.
Beter onderzoek
Bodden ziet wel een potentiële ‘escape’. “De rechtbank zegt dat onvoldoende is aangetoond dat er geen significant effect is op het Natura 2000-gebied. Misschien kan dat met beter onderzoek alsnog.” Dat zou betekenen dat het bedrijf waar de uitspraak betrekking op heeft, niet direct in een vergunningsprocedure terechtkomt, maar dat opnieuw een voortoets gedaan wordt. “Tegelijk zal er altijd een categorie activiteiten overblijven waarvan je niet op basis van een voortoets kunt zeggen dat er geen significant risico is”, aldus Bodden.
Milieudefensie concludeerde deze week uit de uitspraak al dat inzet van gewasbeschermingsmiddelen in de buurt van Natura 2000-gebieden voortaan niet meer kan zonder vergunning. Wishful thinking van Milieudefensie, denkt Bodden. “Ik zou dat zo niet willen uitleggen.” In andere gevallen dan deze specifieke situatie zou bijvoorbeeld best wel sprake kunnen zijn van ‘bestaand gebruik’.
Geschiedenis herhaalt zich
Is het wachten op de volgende (landbouw)activiteit nabij Natura 2000-gebieden die aan de beurt zal zijn? “Dat hangt heel erg af van waar milieugroeperingen hun pijlen op richten”, aldus Bodden. Hij laat weten dat het in deze context interessant zal zijn hoe de Raad van State nu oordeelt over beweiden en bemesten. Enkele casussen uit provincie Limburg liggen daar momenteel voor. Een staartje zal het in ieder geval vast gaan krijgen. “De geschiedenis herhaalt zich. Voorlopig zijn we hier nog wel even zoet mee.”
Sinds wanneer is gif spuiten een landbouwactiviteit Kirsten Graumans?