De losgetrokken stoppelknollen kwamen via de ronddraaiende tanden op een afvoergoot terecht en vandaar weer terug op het land. Het enige dat nog nodig was, was ze oprapen en mee naar huis nemen. Daar kreeg je lang zulke koude vingers niet van als van handmatig plukken. - Foto: Misset BoerenlevenAchtergrond

1961: Nooit meer koude vingers bij trekken van stoppelknollen

Dit was de uitvinding die een einde kon maken aan ijskoude vingers. Wie had daar tijdens het plukken van stoppelknollen in de winter geen last van?

Dit was de uitvinding die een einde kon maken aan ijskoude vingers. Wie had daar tijdens het knollenplukken in de winter geen last van? Stoppelknollen vormden het enige verse voer dat koeien in de winter kregen. Het gewas werd bij gebrek aan mechanisatie handmatig geplukt zolang het niet vroor. Wie eraan moest geloven, herinnert zich het gevoel van pijnlijke speldenprikken als gevolg van de kou.

Mechanische knollenplukkers

De komst van mechanische knollenplukkers moest een einde maken aan koude vingers. Bovendien kon de capaciteit ermee omhoog. Waar verkleumde handen niet verder kwamen dan een rijtje per dag, kon de mechanische knollenplukker doorgaan zonder verkleumingsverschijnselen. Uit onderzoek bleek dat het mogelijk was om een hectare per dag te doen. Hierbij werd niet uitgegaan van een dag van negen tot vijf. Een boerenwerkdag duurde 10 uur.

Hola-knollenplukker

De machine op de foto is een Hola-knollenplukker. Die bestond uit een wielgedragen raamwerk met daarop een schuinstaande schijf, voorzien van metalen tanden die rond kon draaien. Om het geheel zat een trekband die in de hoeken een soort V-vorm had. In deze openingen werden de stoppelknollen als het ware beetgepakt en omdat de schijf een schuine stand had, trok de band de knollen met loof en al omhoog.
Het systeem was even simpel als goedkoop. Voor 800 gulden (zo’n € 360) had je er een voor achter het paard. Voor een beetje meer kon het systeem ook achter de trekker. Mits je die had.

Reacties

  1. Koude vingers was geen probleem. Als na een half uur plukken je handen goed doorbloed waren, had je van kou helemaal geen last meer. Geen gezeur, je had helemaal geen last van kou.
    We plokken als het uitkwam iedere dag gewoon de hoeveelheid die we dagelijks opvoerden. soms voor een paar dagen.
    Plukken was een handig kunstje, binnen 5 minuten geleerd en ging als een tielelier.
    We hoefden helemaal geen ha per dag te halen. In onze omgeving heeft ooit heel even 1 zo’n apparaat gewerkt, nooit meer iets van gezien. We voerden net zo lang tot het ging vriezen, want als het bevroren was, was het helemaal niks meer.
    Tegenwoordig zijn de rantsoenen (met mais en kuilgras) nogal wat beter om van te melken.
    Echter, van mestweging had je toen geen last.
    Het was toen niet beter dan nu, wel gemakkelijker.
    En vooral dit laatste hebben we onthouden en daarom denken we dat het toen beter was.
    Ook stoppelknollen zijn trouwens verdwenen. De laatste die wij zaaiden en voerden was in het kletsnatte najaar van 1975.

Beheer
WP Admin