1958: met een rotgang grasmaaien
Je kunt het gemaaide gras op deze foto uit 1958 bijna ruiken.
Het was wat men nu kruidenrijk grasland zou noemen, de vele boterbloemen staan vol in bloei. Met de maaibalk werd een dikke snede afgemaaid. De maat van de maaibalk werd destijds aangegeven in voet. Een gemiddelde balk mat tussen de 4,5 en 5,5 voet. Omgerekend was dat zo’n 1,3 tot 1,5 meter.
Bunders grond en een mud aardappelen
Hoewel het metrieke stelsel allang was ingevoerd, waarbij eenheden als el, voet en dergelijke waren vervangen door meters en centimeters, werd in de praktijk nog veel gebruikgemaakt van de oude maten. Boeren hadden het bijvoorbeeld nog veel over bunders grond, een mud aardappelen en een last graan. En over een maaibalk met een werkbreedte van 4,5 voet. Op de foto wordt deze aangedreven door een trekker, er waren ook paardgetrokken maaibalken én er waren varianten waarbij het paard de machine trok en een opgebouwd motortje de messen bewoog.
Met 5 kilometer per uur over het land
De variant op de foto was de modernste versie in die tijd. Met 5 kilometer per uur ging het over het land. Een hectare maaien kostte 2 uur, de helft vergeleken bij een éénpaardsmaaibalk. En dan zat er achter de trekker ook nog een schudder, want bij dergelijke maaibreedtes was meteen schudden ‘van het grootste belang’, zo bleek uit onderzoek van ILR in Wageningen. Vele boeren begonnen hier pas 2 dagen later mee, als het gras goed verwelkt was. Maar dat gaf onnodig grote verliezen.