WUR: gemiddeld inkomen melkveebedrijf dreigt te halveren door einde derogatie
Het verdwijnen van derogatie dreigt voor melkveehouders tot een halvering van het inkomen te leiden. Het einde van de derogatie kost een gemiddelde melkveehouder in 2026 tot ruim €39.000 per bedrijf aan inkomen.
Dat blijkt uit een actualisatie van het onderzoek van de universiteit van Wageningen (WUR) naar de economische gevolgen van de afbouw van derogatie voor melkveebedrijven. De spreiding hierbij is groot. Er zullen bedrijven zijn waar de hoge mestafzetkosten leiden tot een negatief inkomen.
WUR onderzocht de gevolgen van de afbouw van derogatie op negen verschillende typen melkveebedrijven, variërend in grondsoort, regio, en wel of geen derogatie. Daarbij is uitgegaan van de mestafzetkosten van voorjaar 2024, op €30 per kuub. Wanneer de afzetkosten lager zijn, is het inkomensverlies ook kleiner. Bij 20 euro per m3 is het inkomensverlies per onbetaald arbeidsjaar €16.000 in plaats van €23.000.
Grote verschillen tussen bedrijven
In de Nutriënten Verontreinigde gebieden (NV-gebieden) zijn de inkomensverliezen circa €2.500 per oaje hoger dan in de niet-NV-gebieden, concluderen de WUR-onderzoekers. De verschillen tussen bedrijven zijn groot. Extensieve kleine bedrijven op zand gaan gemiddeld €9.000 in inkomen achteruit per oaje in 2026. Terwijl grote intensieve bedrijven op zand in 2026 ruim €40.000 minder inkomen hebben.
De derogatie wordt in de periode tot 2026 in stappen afgebouwd. Ook in de afbouwjaren zijn de economische gevolgen aanzienlijk. Voor dit jaar wordt de inkomensdaling op een derogatiebedrijf in een NV-gebied becijferd op €14.721, op basis van mestafzetkosten van €30 per kuub. Dat komt overeen met 27% van het inkomen.
Buiten NV-gebieden is de inkomensdaling 22% (€11.113). Voor komend jaar wordt een inkomensdaling van ruim €16.000 in niet-NV-gebied tot bijna €20.000 in NV-gebieden geraamd. Wanneer de mestafzetkosten naar €35 per kuub gaan, wordt een inkomensdaling van ruim €19.000 tot bijna €23.000. Bedrijven zonder derogatie gaan er ook zo’n €15.000 aan inkomen achteruit.
Graslandsubsidie dempt inkomensdaling
De graslandsubsidie, waar derogatiebedrijven gebruik van kunnen maken de komende twee jaar, zorgt er wel voor dat de inkomensdaling wordt gedempt. Die vergoeding bedraagt gemiddeld €3.793 voor bedrijven in NV-gebieden en €3.161 voor bedrijven in niet-NV gebieden. Hierbij is uitgegaan van de bestaande regeling van €20 per 10 kilo stikstof daling van de gebruiksnorm voor dierlijke mest. Dat komt overeen met €9,20/m3 mest die extra moet worden afgevoerd ten opzichte van de derogatienorm van 2021. WUR heeft nog niet gerekend met het voorstel van demissionair landbouwminister Piet Adema om deze subsidie te verhogen van €20 naar €50 per 10 kg N. Er zit hierbij wel een maximum van €20.000 subsidie per drie jaar.
WUR gaat er vanuit dat de inkomensdaling in 2024 en 2025 niet zal leiden tot een directe financiële bedreiging voor de continuïteit van bedrijven. Dit wordt vanaf 2026 anders. Dan gaan de gebruiksnormen overal naar 170 kilo stikstof per hectare uit dierlijke mest. Verder is er geen graslandsubsidie meer beschikbaar en zal het voor bedrijven moeilijker worden het hoofd boven water te houden. WUR voegt er wel aan toe dat de verschillen in draagkracht tussen individuele bedrijven groot is.