Het aantal vleeskalveren en vleeskalverbedrijven loopt volgens Rabobank de komende jaren terug als gevolg van krimp van de Europese melkveestapel en regelgeving.Foto: Bert Jansen RundveeNieuws

Rabobank: kalverhouderij moet veranderen als antwoord op krimp melkveestapel

Er is een structurele verandering in de vleeskalverhouderij nodig als antwoord op de krimp van de melkveestapel in Europa. Dit stelt Rabobank in een recente analyse van de kalverhouderij.

Rabobank verwacht tot 2030 een krimp van de Noordwest-Europese melkveehouderij van 23%. Specifiek in Nederland is de melkveehouderij tegen die tijd 20% kleiner dan in 2023. Naast toenemende importbeperkingen heeft de sector ook te maken met een daling in het aantal kalverplaatsen. Die daling wordt mede ingegeven door regelgeving en opkoopregelingen. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de primaire kalverhouderij, maar voor de gehele keten.

Sinds 2020 13% minder bedrijven

De afgelopen jaren maakte de kalverhouderij al een krimp door. In 2020 telde Nederland nog 1 miljoen vleeskalveren op 1.671 kalverhouderijbedrijven. Dit jaar zijn er volgens het CBS nog 925.000 kalveren op 1.452 bedrijven. Een krimp van 7,5% in het aantal kalveren en 13% in het aantal bedrijven. De grootste krimp doet zich tot nu toe voor in de rosékalverhouderij. De afgelopen vier jaar deed zich in die sector  een afname van 13% kalveren en 16% bedrijven voor. In de blankvleeskalverhouderij bedroeg die terugloop 4,3% in het aantal kalveren en 11% in het aantal bedrijven. Rabobank geeft geen inschatting van de verdere krimp van de sector.

Minder buitenlandse kalveren

De kalverhouderij krijgt de komende jaren te maken met de gevolgen van de bestrijdingsprogramma’s IBR en BVD. Deze resulteren erin dat de import van kalveren verder terugloopt. Import wordt alleen toegestaan uit landen met een zelfde of hogere ziektestatus, waardoor met name de import vanuit Ierland beëindigd wordt. Daarnaast spelen toekomstige Europese transportregels een rol waardoor kalveren alleen nog over kortere afstanden vervoerd mogen worden.

Herstructurering totale sector

De verdere krimp van het aantal kalverbedrijven en in het aanbod van kalveren vraagt een structurele verandering van de gehele sector. Voor primaire bedrijven komen er nieuwe eisen op het gebied van dierwelzijn bij nieuwbouw. De afname in het aantal kalveren vergroot de concurrentie om de beschikbare kalveren. De gevolgen voor de kalverhouder is afhankelijk van het al dan niet hebben van een afzetcontract.

Kalverhouders die zonder contracten werken, kunnen de komende jaren volgens Rabobank een rechtstreekse relatie met melkveehouders opbouwen om zich te verzekeren van een constante en betrouwbare aanvoer. Maar dan moeten ze ook aan de afzetkant zich meer verzekeren van goede contacten en afspraken om risico’s te verminderen.