Foto ter illustratie. Foto: Canva BoerenlevenColumn

‘Oost-Indisch doof’

Als ik bezig ben in de stal en Luc roept me, doe ik soms net of ik hem niet hoor.

“Ik heb een gehoorapparaat in,” vertelt mijn vader trots. Later in de week, als ik hem naar huis breng, zegt hij: “Het is wel raar. Ik hoor de bladzijden van de krant weer knisperen, de koekoeksklok in de woonkamer weer tikken. En de blaadjes die meegenomen worden door de wind. En als je nu het knipperlicht van de auto aanzet, dan hoor ik dat geluid ook weer.”

“Mooi,” zeg ik, “dan hoef je tijdens gesprekken aan onze keukentafel niet meer midden in andermans verhaal zomaar iets willekeurig te vertellen. Dan hoor je het als iemand praat.”

“Ooooh,” vertelt hij, “maar dat hoorde ik wel!” De conclusie die ik hieruit trek: als mijn vader geen zin heeft om te luisteren, houdt hij zich Oost-Indisch doof.

Nu moet ik toegeven dat ik daar zelf ook weleens last van heb. Bijvoorbeeld als ik op de kuilen aan het werk ben of in de koeienstal de waterbakken schoonmaak. Dan heb ik oortjes in of ik luister via mijn telefoon naar een luisterboek. Als ik in de verte Luc iets hoor vragen, hou ik me ook van de domme en doe net alsof ik niks gehoord heb.

Selectief luisteren

Ook onze hond Finn heeft de laatste tijd nogal veel last van selectief luisteren. Luc neemt hem altijd mee op zijn laatste ronde door de stal. Ik kruip dan meestal alvast in bed, nadat ik mijn avondklusjes heb afgerond: de wasmachine aanzetten, de was ophangen, de vaatwasser uitpakken, enzovoort. Net als ik in bed lig, krijg ik een appje met een screenshot en de Twentse tekst: “Plak & pleer avond.” Met onze telefoon kunnen we onze hond volgen, omdat hij een tracker om heeft. Op het screenshot zie ik dat Finn deze zaterdagavond een bezoekje aan de buurhonden heeft gebracht.

“Ophalen!” app ik terug. Ik trek mijn kleren weer aan en ga naar beneden. “Hij is allang weer terug hoor!” schatert Luc. “Gun hem ook een keer een pleziertje!”

Nieuw trucje

Maar we willen eigenlijk dat Finn op ons erf blijft en daar heb ik een nieuw trucje voor gevonden. Mijn zoon Naud vierde namelijk zijn 25e verjaardag groots, met alles erop en eraan zoals tegenwoordig gebruikelijk is in Twente. Met spandoeken voorzien van schunnige teksten en minder fraaie foto’s en met muziek, drank en eten. Sinds die verjaardag staat er een grote beenham in de bijkeuken. Voordat ik met Finn de stal inga of de kuilen opkruip, geef ik hem een stukje van die beenham. Als ik hem dan roep, is hij ineens niet meer Oost-Indisch doof. In no time is hij bij me, zo gek is hij op die ham.

Ik ben niet gek op beenham, maar wel op complimenten zoals ik eerder al eens schreef. Als Luc me nou eens complimentjes geeft voor hij de keuken verlaat, dan weet ik zeker dat ook ik steeds beter en sneller luister als hij me nodig heeft. Het is eigenlijk allemaal helemaal niet zo moeilijk.

Reacties

Je moet een account hebben om te reageren

Voordelen van een account:

Krijg toegang tot de beste en meest actuele artikelen.

Discussier mee met collega’s, experts en specialisten.