Nederland op achterstand bij import Ierse kalveren
De discussies rondom kalvertransporten houden aan. Ierland krijgt als belangrijke kalverproducent grote uitdagingen in de schoot geworpen als de vaartijd meegeteld wordt als reistijd. Het land zoekt alternatieven, zoals vervoer van kalveren per vliegtuig, maar ook het uitbouwen van de kalfsvleesproductie.
De import van Ierse kalveren in Nederland komt dit jaar maar moeizaam op gang. De eerste nuchtere kalveren kwamen twee weken later dan voorgaande jaren ons land binnen en ook de hoeveelheden bleven achter. Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) stokte de teller in het eerste kwartaal van dit jaar bij 31.500 dieren. Vorig jaar lag dat aantal al bijna op 50.000 dieren. Het is overigens niet zo dat Nederlandse kalverhouders de Ierse kalveren niet willen hebben. De totale export van kalveren uit Ierland nam af. Volgens de Ierse dienst voor voedingspromotie en -export Bord Bia exporteerde Ierland tot en met de eerste week van april 80.000 kalveren. Dat is bijna een kwart minder dan in 2023.
Ook oorzaken met Nederlandse oorsprong
Verschillende oorzaken liggen hieraan ten grondslag. Veerdiensten nemen dit jaar minder dieren mee richting havens op het Europese vasteland. In Ierland is men aan het onderzoeken of transporten per vliegtuig financieel interessant zijn. Daarnaast heeft de vaarroute door slecht weer dicht gezeten. Als laatste duurt de discussie voort over de duur van het transport van de kalveren vanuit Ierland via Cherbourg in Frankrijk richting de verschillende lidstaten in Europa. Daarbij speelt ook de discussie hoe de kalveren worden opgevangen en behandeld. Vorig jaar is een grote opvangplaats in Frankrijk na gemelde misstanden tijdelijk gesloten geweest.
De Nederlandse politiek wordt door de Ierse politiek strak in de gaten gehouden. Media in Ierland melden dat demissionair minister van Landbouw Adema voorstander is om de reistijd te maximaliseren tot 8 uur, inclusief de tijd dat de dieren per schip worden vervoerd. Om te voorkomen dat het land met een overschot aan kalveren blijft zitten, zijn er volgens diezelfde media binnen Bord Bia initiatieven om de kalfsvleesproductie in het land zelf te vergroten.
Ook aantal landen neemt af
In Nederland is Ierland een belangrijke leverancier van kalveren. Vorig jaar zijn volgens RVO ruim 100.000 Ierse kalveren opgezet. Ten opzichte van het totaal aantal ingevoerde kalveren is dat 14% van het totaal. Uiteraard is Duitsland hofleverancier als het om nuchtere kalveren gaat. In 2023 kwam maar liefst 70% van alle geïmporteerde dieren uit Duitsland. In voorgaande jaren kwam dit aandeel ook lange tijd boven 75% uit. Opvallend is dat het aantal landen afneemt. Uiteraard heeft dat te maken met de maximale transporttijd van 8 uur. In 2020 kwamen vanuit veertien verschillende landen kalveren Nederland binnen. Door het afvallen van de Baltische staten en Oost-Europa als leveranciers, vindt de import alleen nog plaats uit de ons omringende landen (België, Duitsland, Denemarken en Luxemburg) en Ierland. Door het wegvallen van die andere landen wordt Duitsland alleen maar belangrijker als leverancier. In het eerste kwartaal is het aandeel gestegen naar 72%.
Door de opkoopregeling gaan er nog een flink aantal boeren mee stoppen.
Hierdoor zal er ook minder import noodzakelijk zijn
Moeten er dus meer in Ierland zelf gemest worden.