RundveeAchtergrond

Laat ze maar schuiven!

Hoe komt het toch, dat wij Nederlanders onbewust vaak denken dat mensen ergens anders het nooit zo goed kunnen als wij of niet zo slim zijn? Onzin. Laat ze maar schuiven!

Ik kan me herinneren dat toen ik de eerste keer uit Afrika terugkwam, in 1981, ik iemand foto’s daarvan liet zien. Op eentje was ik te zien. Dat vond mijn gesprekspartner verwarrend, want wie had dan die foto gemaakt, zoiets dacht hij… Daarom vroeg hij me: “Hoe kan dat, je zei toch dat je daar als enige blanke was?” Ahem… Het kwam dus niet in hem op iedereen dat kan doen: een foto maken. En die foto was gewoon door iemand van het Masai-volk gemaakt. Je moet mensen niet onderschatten, en uitkijken met vooroordelen.
En toch betrap ook ik mezelf er nog vaak op dat ik er onbewust van uitga dat ‘simpele’ mensen op het platteland technische zaken niet snappen, dat kennis en begrip iets is wat je alleen maar op een school bijgebracht kan worden. En zo is het dus echt niet.

Plantmachine

Zo had ik eens in Tanzania een idee voor een planter aan een kleine werktuigdrager voor ossen uitgewerkt: een ijzeren wiel met omtrek van 45 centimeter en een een-op-eenoverbrenging met een fietsketting naar een erboven bevestigd houten wiel met een gat, waar bovenop een bak met zaad stond. Bij elke omwenteling van het ijzeren wiel op de grond kwam het gat in het houten wiel onderlangs de bak met zaad en nam dan een paar zaadjes mee. Met natte klei zou ik dat gat dan wel calibreren voor de verschillende zaadsoorten en met dat wiel van 45 cm omtrek zou het op de door de overheid vastgestelde plantafstand komen.

Tanzaniaanse dorpssmid

Ik was heel trots op mezelf, dat ik dat samen met een Engelse ingenieur die bij Rolls Royce Aeronautics had gewerkt, ‘ontworpen’ had, en ik legde het uit aan een smid in het dorp. Deze smid zou een proefmodelletje maken. Hij keek naar mijn tekening, luisterde welwillend naar mijn uitleg en zei: oké. Ik had er niet veel vertrouwen in maar ja, ik moest wat. En ja hoor, zoals ik verwacht had liepen er dingen anders. Toen ik kwam kijken, bleek dat wiel dat over de grond liep en het houten plantwiel moest aandrijven, een veel grotere omtrek te hebben dan de 45 centimeter die ik had gepland.

Plantafstand 45 centimeter

Toen ik me daarover al begon op te winden en vroeg waarom hij het niet gewoon kon maken zoals ik had gezegd, was zijn antwoord: wind je niet op! Dat wieltje van 45 centimeter is veel te klein en loopt vol met grond. Dus heb ik er 90 centimeter omtrek gemaakt en gewoon twee gaten op 180 graden in dat houten wiel van jou gemaakt: dan krijg je nog steeds je zaad op 45 centimeter afstand van elkaar en als je 90 centimeter wilt hebben dan maak je één gat maar dicht met natte klei!” Ik hield beschaamd mijn mond. Toen ik Tanzania twee jaar later verliet, was de smid lid van het nationale ossentractie-promotieteam en, alhoewel hij ‘gewoon’ een boer was met een lasapparaat en een voorliefde om met metaal wat te maken, was hij twee ingenieurs de baas geweest met zijn denkwerk. Laat hem maar schuiven!

Ongebluste kalk

En zo word ik nog steeds verrast als ik weer eens zo’n ‘hoe komen ze erop!’-ervaring heb. Toen ik de Kuchi vroeg hoe ze zo diep tot 100 meter in een put kunnen graven zonder te stikken, lachten ze en zeiden: “we nemen wit poeder mee en daar doen we water op en dan komt er lucht uit.” Na een beetje doorvragen bleek het ongebluste kalk te zijn, dat als kalkwater koolzuur absorbeert en dus helpt om de uitgeademde koolzuur af te vangen. Laat ze maar schuiven.

Waterkrachtcentrales

Op dit moment worden in Afghanistan veel kleine waterkrachtcentrales gebouwd. Het maken van turbines kenden de Afghanen al, want hun graanmolens draaien daar ook op. Die molens zijn te herkennen doordat het irrigatiekanaal ‘hoog’ gehouden wordt, om genoeg val te creëren. Een wisselstroomdynamo wordt, als er niet gemalen hoeft te worden, via een hergebruikte reductor van een Kamaz- of Waz-versnellingsbak via die turbine aangedreven. En in no time staan er overal houten palen in het dorp en hangen er draden.

Spaarlampen

De Afghanen betalen per spaarlamp. Want nee, gloeilampen hoefden op het platteland van Afghanistan niet verboden te worden. Zelfs zonder alle wetten van Ohm voelen ze daar op hun slippers aan dat die spaarlampen ervoor zorgen dat er meer mensen wat licht kunnen krijgen ’s avonds. Ik zou de onderhoudsmonteur, die elke dag even de koolborstels eruit wipt en schoonmaakt er vooral op willen wijzen dat hij moet oppassen dat zijn tulband niet tussen de draaiende delen komt. Verder… laat hem maar schuiven.

Afghanen kunnen nog elektronica repareren

Alle oude jerrycans worden omgesmolten en in simpele vormen verwerkt tot waterkannen, uit autobanden worden allerlei auto- en pomponderdelen gemaakt . Dorpssmeden lassen hele pompen in elkaar zonder technische tekeningen. Elektronica wordt in Afghanistan nog gerepareerd: op kapotte printplaten worden op de juiste plek draadjes over de beschadiging of defect gesoldeerd. Je kunt je computeradaptor, als die weer eens is doorgebrand door de schommelingen in voltage, hier vaak nog laten repareren: geen garantie, opengemaakt met een ijzerzaag en daarna weer dichtgeplakt met duck tape, maar… je bent weer gered! Misschien dat we in Nederland in een tijdperk van economische crisis en veranderend klimaat toch ook maar weer eens wat meer moeten gaan repareren: goed voor de portemonnee en het milieu!

Foto’s: Anton van Engelen

Beheer
WP Admin