Foto: Canva BoerenlevenColumn

‘Ik behoor tot de Verloren Generatie’

Laat ik maar met de deur in huis vallen: ik behoor tot de generatie X. Ook wel Nix genoemd of Verloren Generatie, al klinkt dat allebei een stuk minder mysterieus dan X. Mijn generatie, grofweg geboren tussen 1955 en 1970, had het niet makkelijk. Onze ouders hadden werk, maar wij keken ineens aan tegen een enorme werkeloosheid. Vandaar dat Nix of Verloren.

Serie: Generaties op boerenbedrijven
Dit artikel is onderdeel van een serie over generaties op boerenbedrijven. Lees het hoofdverhaal:
Generaties op boerenbedrijven: jong en oud versterken elkaar.

Ik herinner me dat nog wel: vers afgestudeerd van de Has en daar stond ik dan met mijn kennis die ik nergens kwijt kon. Het lukte uiteindelijk wel, maar er waren heel wat brieven voor nodig. Voor de generaties Y en Z: brieven zijn velletjes papier waar je met een pen op schrijft en die je in een envelop stopt. Daar gaat dan weer een adres en een postzegel op en vervolgens gooi je de hele handel in een brievenbus, zo’n oranje ding met twee gleuven erin.

Ook klasgenoten met een boerderij thuis kwamen maar moeizaam aan de bak

Ook klasgenoten met een boerderij thuis kwamen maar moeizaam aan de bak. Voor hen was het mazzel dat ze thuis konden werken. Nadeel was dat ze daar moesten omgaan met de oudere generatie en dat liep niet altijd even soepel. Zo wilde de vader van een klasgenoot de droge koeien altijd bij de melkgevende in de wei doen. Dan leek het koppel groter en dat gaf meer aanzien. De zoon vond het flauwekul en nadelig bovendien, want die droge koeien hadden immers een hele andere voerbehoefte.

Hoe communiceer je met je ouders?

En dan de klasgenoten die thuis steggelden over de melkdoek. Op school hadden ze geleerd dat je uiers droog moest voorbehandelen. Thuis werd daar de vloer mee aangeveegd. Met een droge doek kreeg je de boel niet schoon. Er kwam dus niks van in. De verschillende inzichten bespreken, was er niet bij. Nooit vroeg de zoon aan de vader waar hij nou eigenlijk bang voor was en waarom. Omgekeerd vroeg de vader nooit om nadere informatie over wat zoon- of dochterlief geleerd had. Eigenlijk zouden ze dat soort dingen op school moeten behandelen. Niet alleen onderwijzen over hoe je een financieel plan opstelt, maar ook: hoe communiceer je met je ouders? Wat werkt en wat werkt niet?

Stelling innemen en vasthouden aan het eigen gelijk werkt in elk geval niet. En hoewel bijna iedereen dat wel weet, is het nog niet zo makkelijk om je persoonlijke zekerheden los te laten. En dat is weer voor een deel terug te voeren op de periode waarin je geboren bent. Was dat in een tijd van welvaart en voorspoed waardoor alles vanzelf ging? Of groeide iemand op in armoede, zoals veel ‘boomers’ vlak na de oorlog?

Verschillende generaties kunnen elkaar enorm versterken

In dat geval is het misschien wel begrijpelijk dat de huidige bedrijfsomvang wordt ervaren als iets waar je niks meer aan moet doen. De achterliggende emotie is angst voor de armoede van vroeger. Kijk, als je dat weet van je vader, moeder, opa of oma, dan begrijp je beter waarom hij of zij overal de rem op zet. En dan is er misschien ook anders mee om te gaan, met meer geduld en begrip. En dat kan dan weer leiden tot vertrouwen: oké, doe het maar.

Omgekeerd kan de oudere generatie ook best meer openstaan voor wat de jongere generatie bezighoudt. Een brief op de post doen? Echt niet, dat kan allemaal digitaal. Véél handiger. Zo heeft elke generatie zijn kwaliteiten. Door die niet af te serveren maar te bundelen, ontstaat een krachtige mix van kunde en kennis. Lijkt me een mooi voornemen voor het nieuwe jaar.

Lees het volledige thema over generaties op boerenbedrijven: digitaal in weekblad Boerderij