Senna Maatoug van GroenLinks-PvdA tijdens een debat in de Tweede Kamer. Foto: ANP AlgemeenNieuws

Oppositie wil landbouwvrijstelling schrappen

Oppositiepartijen PvdD en GroenLinks-PvdA willen de landbouwvrijstelling schrappen. Kamerleden Senna Maatoug en Luc Stultiens (GroenLinks-PvdA) en Christine Teunissen (PvdD) hebben een wetswijziging voorgesteld die tot doel heeft de landbouwvrijstelling met ingang van 2025 af te schaffen.

Minister Eelco Heinen (Financiën) zegt dat het niet mogelijk is de landbouwvrijstelling al per volgend jaar te schrappen. Hij vindt bovendien dat er een overgangsrecht moet zijn, als de vrijstelling wordt geschrapt.

GroenLinks-PvdA wil de extra belastinginkomsten die door het schrappen van de vrijstelling binnenkomen, reserveren voor de verduurzaming van de landbouw. Het zou volgend jaar gaan om €115 miljoen oplopend tot €139 miljoen in 2028. Het oppositievoorstel heeft weinig kans op een meerderheid in het parlement.

De landbouwvrijstelling stelt de winst op landbouwgrond vrij van belasting. De vrijstelling is al meer dan een eeuw oud. De vrijstelling heeft in principe alleen betrekking op de waardevermeerdering door algemene economische tendensen. Waardevermeerdering door verbetering van de kavel (bijvoorbeeld drainage) of door een verwachte bestemmingswijziging valt niet onder de vrijstelling.

Als een hectare landbouwgrond voor €25.000 in de boeken staat en voor de normale grondwaarde van bijvoorbeeld €75.000 wordt verkocht aan een agrarisch ondernemer die de grond voor zijn eigen bedrijf gebruikt, hoeft de verkoper geen belasting te betalen over de winst van €50.000 (€75.000 – €25.000 = €50.000).

Als dezelfde hectare grond zou worden verkocht aan een projectontwikkelaar voor €135.000 met het doel huizen te bouwen op de grond, dan is de geboekte winst deels wel belast. In dit voorbeeld is de geboekte winst €110.000, waarvan €50.000 niet belast is (het verschil tussen de boekwaarde en de normale agrarische waarde).

Landbouwvrijstelling ‘heeft geen bestaansrecht’

Maatoug en Stultiens stellen dat de landbouwvrijstelling geen bestaansrecht meer heeft. Ze baseren zich daarbij op verschillende evaluaties van de vrijstelling. De Kamerleden zeggen dat eigenaren van niet-agrarische grond of andere bedrijfsmiddelen niet het fiscale voordeel hebben dat agrarisch ondernemers wel krijgen via de landbouwvrijstelling.

Zij zeggen dat de landbouwvrijstelling “het schoolvoorbeeld” is van vrijstellingen, aftrekposten en regelingen “die ondoelmatig, inefficiënt of simpelweg overbodig zijn.”

Als de landbouwvrijstelling wordt afgeschaft en er geen overgangsrecht gaat gelden, zou dat de schatkist volgend jaar al €115 miljoen opleveren, uitgaande van berekeningen van het Centraal Planbureau.