De vergoedingen door de overheid aan ondernemers die productierechten laten vervallen, hun gebouwen afstoten of landbouwgrond verkopen, worden gezien als vermogensschadevergoeding en zijn daarmee geen inkomen. - Foto: ANP AlgemeenNieuws

Fiscale duidelijkheid bij opkoopregelingen voor boeren

De Belastingdienst en LTO Nederland hebben afspraken gemaakt over fiscale afwikkeling van de opkoopregelingen voor boeren. Het Platform Landbouw van de Vereniging van Accountants en Belastingadviesbureaus heeft meegedacht over de afspraken.

Doel van de afspraken is dat boeren weten waar ze fiscaal aan toe zijn, als ze gebruik willen maken van de landelijke beëindigingsregeling of de maatregel gerichte aankoop veehouderijbedrijven.

Er zijn afspraken gemaakt over de inkomstenbelasting, de omzetbelasting, de overdrachtsbelasting en de schenk- en erfbelasting.

Vermogensschadevergoeding

De vergoedingen door de overheid aan ondernemers die productierechten laten vervallen, hun gebouwen afstoten of landbouwgrond verkopen, worden gezien als vermogensschadevergoeding. Wordt er winst geboekt op het onroerend goed of de productiemiddelen, dan wordt die fiscaal als stakingswinst beschouwd.

Voor pachtbedrijven geldt dat de vergoeding van de overheid aan de verpachter als vermogen (box 3) wordt beschouwd. Verpachters moeten een vergoeding betalen aan pachters voor de ontbinding van de pachtovereenkomst. De verpachter kan die vergoeding niet aftrekken, maar is bij de pachter wel belast.

Vrijstelling bij bedrijfsopvolging

Bedrijven die zijn overgenomen met gebruikmaking van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) worden niet gehouden aan de vijfjaarstermijn – als de vergoeding van de overheid opnieuw wordt geïnvesteerd. Dat betekent dat de vrijstelling van de schenk- en erfbelasting dan bij uitzondering in stand blijft.

De Belastingdienst en LTO Nederland zijn het niet op alle fiscale onderdelen eens geworden. Een bedrijf dat aan een opkoopregeling meedoet terwijl het in een gefaseerde bedrijfsoverdracht zit, zou volgens LTO Nederland niet mogen worden geconfronteerd met een naheffingsaanslag voor de overdrachtsbelasting. De belastingdienst redeneert dat de vrijstelling van de overdrachtsbelasting alleen geldt als de bedrijfsoverdracht is voltooid.

Gedeeltelijke staking

Bedrijven die op een van hun locaties een veehouderijtak beëindigen om te extensiveren, moeten door de Belastingdienst niet te maken krijgen met een heffing op de stakingswinst, vindt LTO Nederland. Als zo’n bedrijf een duurzame voortzetting heeft, moeten de vrijkomende liquide middelen worden geherinvesteerd in de onderneming, zegt LTO. De Belastingdienst stelt dat een bedrijf met meerdere locaties dat één locatie sluit wel te maken heeft met een gedeeltelijke staking.

Lees meer over het stikstofbeleid

Reacties

Beheer
WP Admin