AlgemeenAchtergrond

Droge grens

De grens tussen Brazilië en Paraguay is deels een groene grens, dus zonder enige belemmering. Dat moet een paradijs voor smokkelaars zijn.

Wie aan internationale grenzen denkt, denkt aan muren van beton, prikkeldraad en bewakers die met strenge gezichten de grenspost bemannen en patrouilles lopen. Veel van die internationale grenzen zijn echter natuurlijke grenzen, door rivieren en bergen gevormd. Paraguay wordt grotendeels door de grote rivieren begrensd. Alleen in het noorden is de grens met Brazilië een denkbeeldige lijn. Om de paar kilometer staat er een baken dat de grens markeert.

Smokkelparadijs in de sojavelden

Deze onbewaakte, groene grens staat hier bekend als de droge grens. Sommige boerderijen strekken zich uit over de grens en sommige boeren hebben een boerderij aan weerszijden van de grens. In een zee van sojavelden zie je daar soms een baken en soms een grenshek staan. Onbewaakt dus, en er is geen enkele onmin tussen de mensen die aan beide kanten van de grens wonen. Het lijkt me een paradijs voor iemand die smokkelen wil.

Niemandsland

Aan weerszijden van deze droge grens liggen een paar dorpjes en steden. Tussen het Paraguayaanse Pedro Juan Caballero en het Braziliaanse Ponta Pora is grens letterlijk maar een straat. Tussen Pindoty Pora (Paraguay) en Sete Quedas (Brazilië) is er even meer dan een straat. Daar ligt ongeveer 100 meter niemandsland. Het is bijna een park, met een hardloopbaan en een paar voetbalvelden, om de ruimte te benutten. Ik heb geen idee of de wedstrijden die er gespeeld worden als internationale wedstrijden erkend worden, want zij worden immers in niemandsland gespeeld. De rust die er heerst is een teken van goede buurbetrekkingen.
Deze term droge grens doet me overigens ook denken aan de benaming van sommige Zuid-Afrikanen voor de fopspeen: een droge tepel. Zowel de droge grens als de droge tepel zijn soms nodig, maar soms ook onnodig.

Beheer
WP Admin