1959: Razendsnelle opmars van mechanische bietenkoppers
Dit was in 1959 toch wel een ‘state-of-the-art’ machine. De éénrijige bietenkopper met looftransporteur scheelde ontzettend veel werk in een teelt die enorm arbeidsintensief was. Tot 1950 was het verbouwen van suikerbieten nog overwegend handwerk.
Zowel het voorjaarswerk, met dunnen en opéénzetten, als het rooien, vergden vele handen én vele uren. Het koppen, loswrikken en uitgraven van de grote bieten in de soms zware grond, was zwaar spierballenwerk. En wie een zwakke rug had, kwam ook niet ver.
Pogingen om het rooien te mechaniseren waren echter op niets uitgelopen. Toen na de Tweede Wereldoorlog personeel schaars werd, kreeg de mechanisatie een nieuwe impuls. En toen lukte het wel om een machine te ontwikkelen die het wrikken en koppen overnam.
Begin mechanische bietenkoppers was er
De eerste versies leverden nog sterk wisselende resultaten. Dat lag deels aan de afstelling. Dat was namelijk geen kwestie van een druk op de knop, maar van moeren aandraaien en veren spannen of ontspannen. Vaak ging er iets mis waardoor bieten soms te fors werden gekopt, of juist te weinig of scheef. Maar toch, het begin van het mechanisch koppen en rooien was er.
Op de foto een machine die de bietenkoppen met loof en al omhoog transporteert, zodat alles in een meerijdende kar gekiept kon worden. De bieten zelf bleven op het land liggen en moesten handmatig worden geladen. Als het allemaal een beetje meezat, kon men in 9 uur tijd een hectare doen.
In de rubriek Zo ging het toen gaan we terug in de tijd. Boerderij bestaat al meer dan 100 jaar en aan de hand van foto's uit het archief kijken we naar de agrarische sector in de vorige eeuw. Benieuwd naar meer historie? Check het dossier Zo ging het toen.