Het ministerie concludeert dat maatwerkaanpak op dit moment niet kan, omdat juridische borging en handhaafbaarheid ontbreekt. - Foto: Peter Roek AlgemeenNieuws

Voorlopig geen maatwerk als alternatief voor generiek mestbeleid

Er komt voorlopig geen maatwerk als alternatief voor de generieke regels in het mestbeleid zoals opgenomen in het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn. Dat schrijft landbouwminister Piet Adema in een brief aan de Tweede Kamer.

Hoewel de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) oordeelt dat een bedrijfsgerichte aanpak in theorie effectiever is dan een aanpak met generieke maatregelen, vindt CDM de voorgestelde aanpak wel complex. Mede daardoor kan de commissie de effectiviteit en uitvoerbaarheid van maatwerk nog niet beoordelen. Het ministerie concludeert dat maatwerkaanpak nu niet kan, omdat juridische borging en handhaafbaarheid ontbreken.

Het afgelopen jaar werkten overheid, ketenpartijen en sectororganisaties aan het opstellen van een maatwerkaanpak. Daarbij is het uitgangspunt dat boeren zelf maatregelen nemen die minimaal evenveel effect hebben voor de verbetering van de waterkwaliteit als het generieke beleid in het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn. Daarmee zouden boeren door het nemen van andere maatregelen vrijgesteld worden van bijvoorbeeld de verplichte bufferstroken, rustgewassen en uitrijtermijnen voor dierlijke mest zoals opgenomen in het 7e AP.

Lees ook: Tot 20% minder mestruimte door opstapeling regels

Haalbaarheidsonderzoek naar maatwerk

LTO Nederland, NAJK, NAV, POV, BO Akkerbouw, NZO, Rabobank, Cumela, LNV, RVO, NVWA, UvW, IPO en I&W werkten aan bedrijfsgerichte sturing op het stikstofbodemoverschot en het bedrijfsbodem- en waterplan. Bij de doorlichting van CDM blijkt dat er te veel onzekerheden zijn. Daarnaast stelt de derogatiebeschikking bufferstroken verplicht. Daardoor kunnen boeren hiervoor niet meer vrijgesteld worden als ze andere maatregelen nemen, schrijft Adema.

Wel wordt een haalbaarheidsonderzoek gedaan naar maatwerk als het gaat om grondwaterkwaliteit. Daaruit moet blijken of het mogelijk is op dit specifieke punt wél een uitvoerbaar en handhaafbaar maatwerksysteem te ontwikkelen. “Gelet op de beweging naar meer doelsturing en de potentie hiervan, willen we graag verder onderzoeken hoe een vorm van doelsturing gericht op grondwaterkwaliteit voldoende handhaafbaar en borgbaar gemaakt kan worden”, aldus het ministerie. Dat onderzoek moet duidelijk maken of het mogelijk is om een stoffenbalans te kunnen invoeren.

BO Akkerbouw: uitstel, geen afstel

Directeur André Hoogendijk van BO Akkerbouw vindt het jammer dat het ministerie nu niet meegaat in de wens naar maatwerk voor mestbeleid. Hij ziet het wel als uitstel en niet als afstel. Hij wijst erop dat er in bepaalde regio’s grote uitdagingen zijn op het gebied van waterkwaliteit. “Die problemen lossen we met het huidige generieke maatregelenpakket niet op. Met dit pakket verbetert de waterkwaliteit niet, misschien verslechtert het zelfs.” Hij zag liever dat boeren keuze hadden uit effectieve maatregelen en dan geen generieke niet-effectieve maatregelen hoeven nemen.

De directeur van BO Akkerbouw constateert dat de controleerbaarheid en handhaafbaarheid bij de overheid van groot belang is. Volgens hem is dat voor de sector best goed te regelen, maar de overheid wil dit graag in eigen hand houden. De kritiek vanuit Brussel op het Nederlandse mestbeleid helpt daarbij niet. Hoogendijk is positief dat het onderzoek wel wordt voortgezet. “Wat ons betreft is het uitstel, geen afstel. Wij denken dat maatwerkaanpak, gericht op het behalen van doelen, de enige route is.”

Beheer
WP Admin