Provincies willen direct betrokken worden bij gruttobeleid

Provincies hebben geen wensenlijstje voor een betere bescherming van de grutto, maar willen wel ‘aanhaken’ bij het gruttobeleid van het ministerie van LVVN. Dat zegt het Interprovinciaal Overleg (IPO).

De bal ligt bij het ministerie van LVVN, maar provincies moeten vanaf het begin goed betrokken worden bij het verbeterplan voor de grutto. “We willen inhoudelijk niet verrast worden”, zegt een woordvoerder van het Interprovinciaal Overleg (IPO), dat de belangen van provincies in Den Haag en Brussel vertegenwoordigt. De Europese Commissie gaf Nederland vorige week een tik op de vingers dat het de grutto beter moet beschermen. Het ministerie van LVVN krijgt van de commissie twee maanden de tijd om met een verbeterplan voor de grutto te komen. Anders komt de Europese Commissie zelf met een voorstel.

Volgens het IPO is het aan het ministerie om te reageren en maatregelen te noteren voor een verbeterplan. Tegelijkertijd moet rijksbeleid ‘landen’ bij provincies. Daarom wil het IPO dat provincies vanaf het begin in het traject worden meegenomen. Staatssecretaris Jean Rummenie liet vrijdag al weten dat hij de komende twee maanden gaat gebruiken om gesprekken te voeren met provincies en stakeholders. Hierbij houdt hij ook de Tweede Kamer op de hoogte.

Provincie Zuid-Holland: ministerie aan zet

Volgens de provincie Zuid-Holland is het jammer dat de Europese Commissie nodig is om Nederland op het gruttobeleid te wijzen en is het ministerie nu echt aan zet. “Als provincie zetten we al alles op alles voor goed weidevogelbeheer”, zegt woordvoerder Birgit Oosterhuis. “Als er een tandje bij moet, komt er een tandje bij. Het liefst met extra geld van het Rijk. De praktijk is soms alleen wel ingewikkeld, weidevogelbeheer is niet één knop waaraan we even kunnen draaien.”

Provincie Friesland wilde nog geen inhoudelijke reactie geven en wacht eerst op een reactie van LVVN. Wel geeft een woordvoerder aan dat de provincie nog altijd streeft naar 10.000 gruttobroedparen in 2030. Dat doel is vastgelegd in de nota Weidevogels 2021-2030.

Brede focus, ook aandacht voor predatie

LTO laat weten dat de reactie van de Europese Commissie niet onverwachts komt. De boerenbelangenorganisatie pleit wel voor een brede focus. “De achteruitgang van het gruttobestand is niet alleen het gevolg van een veranderende landbouw”, zegt LTO’er Herman Litjens. “Het komt ook door klimaatverandering en predatie, waardoor er steeds minder weidevogels zijn. Het probleem los je niet alleen op door taken bij de boer neer te leggen. Je kunt het maximale doen en meer kun je niet vragen van een lidstaat.”

Ook wijst Litjens erop dat het Aanvalsplan Grutto concreet nog niet helemaal is uitgevoerd. Litjens vindt het lastig om aan te geven wat hij de komende maanden van het ministerie van LVVN verwacht. “Er moet hoe dan ook een goed antwoord richting Brussel komen.”

Ook voor Marije Klever, voorzitter van BoerenNatuur, de koepelorganisatie van 40 ANLb-collectieven, komt de brief van de Europese Commissie niet uit de lucht vallen. “Het is al heel lang bekend dat het niet goed gaat met de grutto en dat hangt samen met de Europese Vogelrichtlijn. Als BoerenNatuur zien we op plekken verbetering of tenminste stabilisering, maar ook achteruitgang. Dat zullen we moeten aanpakken.”

Die aanpak is wat Klever betreft tweeledig. Enerzijds een uitbreiding van het ANLb en dus ook meer weidevogelbeheer door boeren en anderzijds beter predatiebeheer. “Overal in Nederland was dit jaar meer predatie en in het noorden van het land was dat het meest extreem. Dat had uiteraard zijn effect op de grutto.”

Kamervragen NSC

Tweede Kamerlid Diederik Boomsma (NSC) heeft inmiddels Kamervragen gesteld over de niet openbare aanmaningsbrief van de Europese Commissie. Hij wil weten welke verplichtingen Nederland niet of onvoldoende is nagekomen, op welke rapporten en studies de commissie zich baseert en hoe groot de factor predatie voor weidevogelpopulatie is. Ook vraagt hij of staatssecretaris Rummenie bereid is om de Europese Commissie te vragen om de aanmaningsbrief openbaar te maken.