Geen boete van ruim €3,5 ton voor fosfaatknelgeval
Een Drentse melkveehouder en fosfaatknelgeval hoeft de Nederlandse Staat geen boete van €362.452 te betalen. Dat heeft de meervoudige economische kamer voor strafzaken van de Rechtbank Overijssel onlangs bepaald.
De boer produceerde met zijn bedrijf in 2020 en 2021 meer fosfaat dan hij aan rechten had. De rechter oordeelde echter dat de exploitatie van het veebedrijf plaatsvond onder omstandigheden waarop de boer niet altijd invloed had of kon hebben en noemt een boete niet rechtvaardig en niet zinvol.
In 2020 produceerde de melkveehouder 5.513 kilo fosfaat teveel. Tegen een gemiddelde leaseprijs van €33,54 werd de boetesom dat jaar bepaald op €184.920. In 2021 noteerde de boer 5.365 kilo fosfaat te veel. Met een gemiddelde leaseprijs van €33,05 kwam de boete dat jaar uit op €177.331. Inclusief leges werd de totale boete zo bepaald op €362.452. De boete werd opgelegd omdat de Drentse boer fosfaatrechten had kunnen kopen of leasen. Omdat hij dat zou hebben nagelaten, zou hij kosten hebben bespaard.
Boer juli 2018 aangemerkt als knelgeval
De bewuste melkveehouder was zijn bedrijf in 2014 gestart en de rechter constateerde dat hij medio 2015 zijn veestapel nog niet op het niveau had dat hij voor ogen had. Pas in juli 2018 werd de veehouder als knelgeval aangemerkt onder het fosfaatreductieplan zoals dat in 2017 gold. Op dat moment was het fosfaatrechtenstelsel al in werking getreden. De fosfaatrechten van de boer zijn berekend op basis van de grootte van de veestapel op 2 juli 2015. Dat hij onder het fosfaatrechtenstelsel niet werd aangemerkt als knelgeval kwam voor de veehouder onverwacht.
Met een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) kreeg de veehouder vervolgens pas op 10 november 2020 duidelijkheid over de definitieve, en lager dan hij verwachtte, vaststelling van zijn fosfaatrechten. Op dat moment was hij niet meer in staat zijn fosfaatproductie in 2020 aan te passen aan zijn fosfaatrechten, of om voldoende rechten bij te kopen.
Boete niet ‘billijk’
De veehouder heeft gesteld dat hij sindsdien zijn uiterste best doet om het aantal fosfaatrechten en de veestapelomvang die nodig is voor een gezonde bedrijfsvoering in balans te krijgen. Hij investeerde in een melkrobot en zou proberen waar dat kon extra fosfaatrechten bij te kopen.
Volgens de rechter liggen die omstandigheden in de ‘risicosfeer’ van de boer, maar geven ze niettemin aanleiding om op gronden van billijkheid de oorspronkelijke boete niet aan te houden.