Eerste doelvoorschriftvergunning van Nederland een feit

Een varkenshouder in Neede (Gld.) heeft de eerste doelvoorschriftvergunning van Nederland gekregen. De vergunning heeft een emissieplafond voor ammoniak. Het is aan de varkenshouder om aan te tonen dat hij daar onder blijft. De vergunning ligt zes weken ter inzage, waarna ze eind dit jaar definitief kan worden afgegeven.

De doelvoorschriftvergunning is op 10 oktober gepresenteerd op het gemeentehuis in Borculo door wethouder Arjen van Gijssel en landbouwgedeputeerde Harold Zoet van Gelderland. Deze provincie werkt aan nog eens vier doelvoorschriftvergunningen. Volgens Zoet is het goed denkbaar dat er meer bijkomen. “Ik zie dit als start om via innovaties toe te groeien naar een toekomstbestendige landbouw met aantoonbaar minder belasting voor de natuur, waarbij de boer echt aan het roer zit.”

Nieuwe stal met systeem Combi Scraper

De betreffende varkenshouder wil een stal bouwen voor 1.990 vleesvarkens, gebruikmakend van het stalsysteem Combi Scraper. Dit systeem scheidt de mest onder de roosters en voert de dikke en dunne fractie apart af. Voor de afvoer van de dikke fractie gebruikt hij mestschuiven. Een urease-remmer remt de ammoniakvorming af.

Het emissieplafond voor deze nieuwe stal is 1.990 kilo ammoniak per jaar. Dat is gebaseerd op een emissie van 1 kilo ammoniak per dierplaats per jaar.

De vergunning wordt nog afgegeven onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO). Daarbij wordt gebruikgemaakt van een passage in de Crisis- en herstelwet. Daarin staat dat een vergunning afgegeven kan worden op basis van een emissieplafond en metingen.

Het bevoegd gezag, de provincie Gelderland voor de natuurvergunning en de gemeente Berkelland voor de milieuvergunning, werkten nauw samen met het ministerie van LVVN. Henk Hof, vergunningverlener natuur voor de provincie: “Naar ons idee zijn voor- en achteraf zoveel zekerheden ingebouwd in deze vergunning, dat we kunnen garanderen dat geen significante verslechtering van de staat van de natuur zal plaatsvinden.”

Meetsensoren

De emissiewaarde van het stalsysteem is aannemelijk gemaakt door de Technische Advies Pool van RVO en deskundigen van WUR. Maar het is aan de varkenshouder om aan te tonen dat hij onder het emissieplafond blijft. Dat gebeurt met meetsensoren die conform het meetplan, getoetst door WUR, in de stal komen.

Die meetgegevens worden op drie, zes en negen maanden gedeeld met Omgevingsdienst Achterhoek (ODA). “Daarbij moet hij op negen maanden een prognose maken om aannemelijk te maken dat hij aan het eind van het jaar onder zijn emissieplafond blijft.” Dat zegt Frans Hakvoort van ODA. Als blijkt dat de varkenshouder zijn emissieplafond dreigt te overschrijden, kan hij worden gesommeerd de stal leeg te laten na aflevering van de dieren.

Ook heeft de varkenshouder een stal met 1.700 dieren met een luchtwasser (0,45 kilo ammoniak per dierplaats per jaar). En daarnaast nog een kleine traditionele stal (3 kilo ammoniak per dierplaats per jaar) met 260 dieren.

Hakvoort: “De varkenshouder moet aan de vergunning voldoen, dus hij moet de Combi Scraper gebruiken zoals die is aangevraagd. Hoe hij onder het emissieplafond blijft, is aan hem. Daarbij kan hij gebruikmaken van voer- en managementmaatregelen. Zoals meer urease toedienen of vaker de mestschuif aanzetten.”

Als uiterste maatregel krijgt de stal een luchtwasser met een lagere emissiewaarde (0,9 kilo ammoniak per dierplaats per jaar), waarbij ook gemeten moet worden. Ook dit is onderdeel van de doelvoorschriftvergunning,