270 veebedrijven hebben LBV-voorstel ondertekend
Het aantal bedrijven dat een voorstel voor deelname aan de beëindigingsregelingen LBV en LBV-plus hebben ondertekend, is opgelopen naar 270.
Dat blijkt uit een overzicht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het gaat om 110 varkensbedrijven, 58 vleeskalverbedrijven, 51 melkveebedrijven en 35 pluimveebedrijven. 16 bedrijven die serieus belangstelling hebben voor deelname aan de stoppersregelingen hebben gemengde veehouderijbedrijven. 219 bedrijven doen mee met de LBV-plus regeling en 51 bedrijven aan de LBV-regeling. De aantallen kunnen nog niet gezien worden als definitieve deelnemers aan de regeling. Ondernemers kunnen ook op een later moment nog besluiten niet deel te nemen aan de subsidieregeling.
In totaal hebben zich 1.427 bedrijven gemeld voor deelname aan de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (LBV). Dat zijn er tien meer ten opzichte van eind mei. 655 bedrijven deden een aanvraag voor de LBV-regeling en 751 voor de LBV-plus regeling, die zich speciaal richt op de zogeheten piekbelasters. Het gaat dan om bedrijven die binnen een straal van 25 kilometer rondom stikstofgevoelige natuur liggen en ten minste 2.500 mol stikstofneerslag per jaar hebben.
Ede telt meeste aanvragers
In totaal deden 548 varkensbedrijven een aanvraag voor de regelingen, 391 melkveehouders, 220 pluimveehouders en 179 vleeskalverhouders. 89 aanvragers hebben gemengde veehouderijbedrijven. De gemeente Ede telt met 75 aanvragers de meeste aanvragen, gevolgd door de gemeente Venray (73) en Barneveld (70).
Bij de bedrijven die subsidie aanvragen om hun bedrijf te beëindigen blijkt het bij vleeskalverbedrijven het vaakst tot een deal te komen. Bij een derde van de aanvragen van kalverbedrijven is het tot nu toe tot een definitieve bedrijfsbeëindiging gekomen. Bij varkenshouders doet een op de vijf aanvragers mee met de regeling, bij gemengde bedrijven is dit in 18% van de aanvragen. De aanvragen van melkveehouders leiden tot nu toe het minst tot een akkoord met de overheid: bij 13% van de melkveehouders leidt een aanvraag tot deelname aan de regeling. Na een positieve beslissing over de aanvraag door RVO hebben ondernemers een half jaar de tijd om deel te nemen of niet.