Bemesting op akkerbouwland. - Foto: Mark Pasveer AkkerbouwNieuws

‘Weinig interesse in equivalente maatregelen’

De LTO-vakgroep Akkerbouw vindt de 136 aanmeldingen voor de equivalente maatregelen erg weinig, zegt voorzitter Jaap van Wenum: “Een groot struikelblok is dat akkerbouwers die extra stikstof willen aanvoeren, dit niet met dierlijke mest kunnen doen. De frites-biet-graanregeling is interessanter voor akkerbouwers op kleigrond.”

Het is voor het eerst dat de equivalente maatregelen van kracht zijn. Als de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland de aanvragen erkent, mogen deze boeren extra bemesten met stikstof en fosfaat. De extra bemesting is alleen mogelijk als de boeren in 2016 bovengemiddelde gewasopbrengsten haalden. Voor mais geldt een extra norm als rijenbemesting is toegepast op zand- of lössgrond. Daarbij gelden voor 2017 de opbrengsten van 2016. Voor 2018 zijn dat respectievelijk 2016 en 2017.

Gemiddelde opbrengst 3 laatste oogstjaren

Vanaf 2019 gelden de gemiddelde opbrengst van de 3 laatste oogstjaren. Van Wenum: “Het lage aantal aanmeldingen komt ook door de tegenvallende gewasopbrengsten in 2016. We nemen dit mee in de onderhandelingen over het nieuwe actieprogramma nitraatrichtlijn, dat van 2018 tot en met 2021.”

‘We willen hogere generieke bemestingsnormen’

Van Wenum heeft een aantal wensen voor het actieprogramma. “We willen hogere generieke bemestingsnormen, gebaseerd op de huidige hectareopbrengsten in plaats van die van tien jaar geleden. Ook willen we meer ruimte voor fosfaatbemesting en voor bodemverbeteraars. Daarnaast willen we de frites-biet-graanregeling behouden, als de equivalente maatregelen zo blijven. Akkerbouwers willen de bodemvruchtbaarheid op peil houden en hun gewassen passend kunnen bemesten.”

Beheer
WP Admin