Foto: Canva/ fatihhoca BoerenlevenColumn

‘Boerin wees niet zo bescheiden’

Wanneer ben je eigenlijk een boerin? Is dat als je getrouwd bent met een boer? Of is dat als je minimaal x uur (mee)werkt op het bedrijf? Is dat als je in de maatschap of de vof zit? Of is het al genoeg als je je boerin voélt?

Het gekke is dat het heel duidelijk is wanneer je boer bent maar vrouwen bevinden zich in een schemergebied. Boerin ben je kennelijk niet zomaar.

Voor mensen van buiten de agrarische sector is het glashelder: woon je op een boerenbedrijf dan ben je boerin ongeacht de hoeveelheid modder aan je laarzen. Maar zelf durven vrouwen dat niet altijd zo stellig te zeggen. “Ik werk eigenlijk helemaal niet mee”, zeggen ze vaak als ik ze benader voor deelname aan de rubriek Boerin. Vervolgens blijkt dat ze de overalls wassen, de kantine schoonhouden, de administratie verzorgen, even naar de veearts rijden om droogzetters te halen, aanspreekpunt zijn voor al het bezoek dat eigenlijk voor hun man komt, heen en weer sjezen tussen school, sportveld, eigen baan en melk- en oogsttijden thuis. De lijst is lang maar nee, ze werken niet mee. Zeggen ze.

‘Van buiten komen’

Waar die bescheidenheid vandaan komt, weet ik niet. Ik vermoed dat het iets te maken heeft met ‘van buiten komen’. Hun man nam het bedrijf over van zijn ouders, het is dus een familiebedrijf maar wel van zijn kant. Zij kwam er later bij en ook al behoor je dan tot de familie, het voelt toch anders. Daar worden ze door de buitenwereld soms ook wel in bevestigd. Nog altijd zijn er erfbetreders die liever zakendoen met hem dan met haar.

Vrouwen die juridisch in het bedrijf zitten, noemen zich vaker ‘boerin ’of ‘agrarisch ondernemer’ maar ook weer niet altijd. Alleen de vrouwen die ook ‘achter’ de handen uit de mouwen steken, steken de kin vooruit en zeggen zonder aarzelen: ik ben boerin. Of ze omschrijven zichzelf als ondernemer. Dat klinkt wat professioneler want de term boerin heeft een imago dat niet helemaal bij hen past, vinden ze.

Agrarisch ondernemer

Als ik het woord intik op Google, krijg ik vooral vrouwen te zien in overall. Maar inderdaad, er komen ook andere foto’s voorbij. Van dames in een ‘boerentenue’ dat is ingekort tot ver boven de knieën. Wulps hangen ze over motorkappen van trekkers en zwoel liggen ze in het hooi. Zulke boerinnen tref ik nou nooit. Een dergelijk imago neemt volgens mij niemand serieus. Maar ik begrijp wat vrouwen bedoelen als ze zich liever als ‘agrarisch ondernemer’ profileren.

Ik ga niet voor anderen bepalen of ze zich wel of geen boerin moeten noemen. Dat moet iedereen zelf weten. Wat ik wel hoop, is dat vrouwen de bescheidenheid over hun bijdrage aan het bedrijf wat meer opzij durven zetten. Wie de overalls wast, is niet minder dan wie elke dag op de trekker zit. En als het eropaan komt, doen vrouwen wel degelijk heel veel alleen is het niet altijd even zichtbaar. Dat wordt het pas als ze eens (echt) ziek zijn. Of een weekje weg.

Dit is een artikel in de Boerenleven-rubriek 'Boerin'. Meer verhalen uit deze rubriek vind je hier.

Reacties

Beheer
WP Admin