Eerste snede levert veel massa en suiker, eiwit iets lager

Veel melkveebedrijven hebben de week van 28 april tot en met 1 mei benut om massaal hun eerste snede gras binnen te halen. De kwaliteit van het geoogste product lijkt prima. Door het rustige en vrij zonnige weer is het gras vlot gedroogd en kon de veldperiode op veel plaatsen beperkt blijven tot 1 dag.

De voederwaarde wordt hoog ingeschat. Het gras is rustig gegroeid en vooral op het laatst is er veel massa gevormd. De verteringscoëfficiënt van de organische stof van het gras zal dan ook relatief hoog zijn, waarbij 80% of nog iets hoger geen uitzondering zal zijn. Geschat wordt dat gemiddeld zo’n 3.500 kilo droge stof is geoogst. Met redelijk wat zon in het gras gedurende de laatste paar dagen zullen de suikergehalten relatief hoog zijn.

Eiwitgehalte mogelijk lager

Het eiwitgehalte zal gemiddeld mogelijk iets lager uitvallen. Dat komt vooral doordat de werking van de organische mest niet heel hoog zal zijn. In maart, na de bemesting, is er nauwelijks neerslag gevallen. In de derde week van april heeft het wel geregend. Maar de hoeveelheden zijn sterk wisselend per plaats. Hoe meer neerslag er is gevallen, hoe meer stikstof er waarschijnlijk uit de bemesting is benut.

Na de oogst van het gras is er ook direct weer bemest, met organische mest en/of kunstmest. Om dat een goede werking te geven voor de volgende snede is er neerslag nodig. Die is tot op heden nauwelijks gevallen. Waar beregenen is toegestaan, wordt geadviseerd dat te doen. Het heeft een gunstig effect op de mineralenbenutting en houdt de groei in stand.

Droogtestress gras

Waar niet wordt beregend, moeten veehouders goed naar de stand van het gewas blijven kijken. Eind mei is sowieso het tijdstip waarop grassen gaan schieten. Mogelijk kan dit door droogtestress vroeger plaatsvinden. Bij schieten van het gewas loopt de voederwaarde snel terug. Het is dan zaak op tijd te starten met maaien, ook als de gehoopte opbrengst er nog niet helemaal is.