‘Wij gaan emigreren’
Jeroen en Annerie van Bommel gaan alsnog hun droom waarmaken. Een melkveebedrijf in Nederland kan niet, maar in Frankrijk wel. De stikstofcrisis bevestigt hun keuze.
Jeroen weet nog goed dat hij op de mas bij wijze van afstudeerscriptie een ondernemersplan moest schrijven. Pas geleden vond hij het terug. “Wat ik toen heb opgeschreven, geldt eigenlijk nog steeds”, zegt hij erover. In dat plan schreef hij onder meer dat Annerie later zijn echtgenote zou worden en dat ze samen een melkveebedrijf zouden runnen. Dat eerste kwam uit, dat tweede niet. Nog niet. Maar over een halfjaar wel. Dan zullen ze in Frankrijk hun eigen melkveebedrijf hebben.
In Nederland was dat niet mogelijk vanwege de hoge grondprijzen en het – toen nog – verplichte melkquotum. Jeroen en Annerie zijn beiden niet van boerenkomaf en hadden geen ouderlijk bedrijf om over te nemen. Vandaar de start met vleesvee. Daar was immers geen melkquotum voor nodig. De grond voor hun vleesvee huurden ze. Het was dan wel geen melkvee, maar zo waren ze toch boer en boerin. Om het echt samen te kunnen doen, zei Annerie haar baan als docent dierhouderij op.
Tekst gaat door onder foto

Illegaal bezig
Er leek geen vuiltje aan de lucht tot in 2019 een bedrijfscontrole uitwees dat ze illegaal bezig waren. Jeroen: ”De vorige eigenaar had meegedaan aan de stoppersregeling. De dierrechten waren vervallen, maar hij had dat niet doorgegeven aan de gemeente. Die wist van niets en verleende ons een vergunning om 120 dieren te mogen houden. Maar tijdens die bedrijfscontrole bleek dat het er maar 50 mochten zijn.”
Jeroen en Annerie schrokken zich rot. Er bleek niets meer aan te doen. Verhaal halen had geen zin meer, daarvoor boerden ze al te lang. Wat nu? “50 dieren was te weinig. Daar was onze financiering niet op berekend.”
Met een kwaaie kop gingen ze op reis naar Frankrijk. Ze kwamen daar altijd al graag. Jeroen liep er tijdens zijn studie stage, nadien werd het hun vakantieland. Jeroen: “Na die controle wilden we weg, weg, weg. Alles was beter dan hier. Het was een boze reactie, een reactie uit nood. In zo’n situatie ben je niet helemaal helder. Het is geen goede basis om te emigreren.”
Kroketten en bitterballen
Ze keerden terug en gingen op zoek naar manieren om met minder dieren toch rond te kunnen komen. Dat werd de specialisatie in de productie van kroketten en bitterballen, zo konden ze ook voor de minder populaire delen als riblappen toch een goede prijs beuren.
De start was moeilijk, kroketten knapten in de frituurpan, er ging een vriezer kapot waardoor een hele lading snacks de afvalbak in moest en zo was er steeds wat. Veel zat er tegen, maar al met al ging het steeds een stapje de goede kant op.
Inmiddels zijn de Van Bommel-kroketten een begrip in de wijde omgeving. Het bedrijf is zakelijk gezien een succes, maar voor Jeroen en Annerie persoonlijk niet. “Dit is niet wat we voor ogen hadden.” Jeroen: “We staan zes dagen per week binnen en maken wekelijks 10.000 snacks. Ik ben geen boer, ik ben een fabrikant.”
Tekst gaat door onder foto

Lockdown
Hoewel het niet goed voelde, gingen ze wel door want ja, wanneer besluit je om ermee te stoppen? De omslag kwam tijdens de eerste lockdown. De horeca zat dicht en had geen kroketten nodig.
De kroketterij bij Van Bommel kwam stil te liggen. Jeroen ging aan de slag als zzp-er, Annerie ging terug naar het agrarisch onderwijs waar ze als docent aan de slag kon. ’s Avonds zaten ze op de bank en vroegen aan elkaar: hoe was je dag? Annerie: “Toen spraken we uit dat dit niet was wat we wilden. Samenwerken op een boerderij is zo mooi. Dát is wat we wilden.”
Jeroen: “En mijn droom om melkveehouder te worden, stond nog steeds overeind.”
Frankrijk
Het lampje ging branden toen ze vrienden rondleidden in Frankrijk, het land waar ze zelf al behoorlijk bekend mee waren. Jeroen: “Zij waren ook boer en serieus bezig met emigratie. Tijdens die rondleiding werd het voor mij duidelijk dat dit ook voor ons een kans kon zijn.”
Bij hem ging de knop al vrij snel om, Annerie had meer tijd nodig om aan het idee te wennen. Meerdere keren gingen ze terug naar Frankrijk en werkten bij hun vrienden op het bedrijf. Niet alleen in de zomer, maar ook in de winter. Zo ontdeden ze hun reizen van de gebruikelijke vakantiesfeer. Het duurde niet heel lang of ook Annerie was om.
Franse levensstijl
Inmiddels staat hun bedrijf in Nederland te koop. Bijna 800 kilometer verderop, in Pays de la Loire, een echt melkveegebied, zijn ze bijna rond met de aankoop van een ander bedrijf. Eind dit jaar of begin volgend jaar verwachten ze er aan de slag te kunnen. Ze nemen de veestapel met Normandiërs over. Het zijn naar Nederlandse maatstaven geen hoogproductieve dieren, de melkgift zit op zo’n 6.500 liter per koe per jaar. Het leveringscontract van de melkfabriek met 5,5 ton melk nemen ze ook over en omdat het aantal bedrijven sterk krimpt en er een tekort aan melk dreigt te ontstaan, kregen ze er gratis nog drie ton extra bij. Of ze daar gebruik van gaan maken, weten de Van Bommels nog niet. Annerie: “Onze doelstelling is niet om heel groot te worden. We gaan uit van wat we nodig hebben, niet wat er maximaal mogelijk is.”
Waarom Frankrijk en niet Canada of Denemarken? Jeroen: “De Franse levensstijl speelt een rol. De boeren die wij spraken, doen in een goed jaar wat dieren weg in plaats van uit te breiden zoals wij hier zouden doen. Kennelijk kunnen ze ook met minder vee genoeg verdienen, dus waarom zou je je dan extra werk op de hals halen? Het is er niet zo’n ratrace. Dat spreekt ons aan.”
Dat het in hun nieuwe thuisland meteen van een leien dakje zal gaan, daar geloven ze beiden niet in. Annerie: “We hebben onze vrienden zien struggelen, we hebben zelf hier in Toldijk een lastige start gehad, in Frankrijk zullen we ongetwijfeld ook tegen problemen aanlopen. Wat dat betreft is het een onzekere stap. Maar dat is geen reden om het niet te doen.”
Tekst gaat door onder foto

Stikstofcrisis
De huidige stikstofcrisis bevestigt hen in hun keuze, maar is niet de belangrijkste reden om te vertrekken. Jeroen: “Ik denk niet dat het in Frankrijk per se beter is. Hier is de kunstmest duur, maar daar ook. En het land is enorm bureaucratisch, je hebt stápels administratie. En niets gaat digitaal, postbodes rijden er af en aan.”
En hoe zit het met de wet- en regelgeving? “Daar zijn ook regels, lang niet alles mag want het land hoort wel bij Europa. Maar er zijn wel meer mogelijkheden. Omdat er minder dieren zijn, loop je bijvoorbeeld minder snel tegen grenzen aan op gebied van milieu. Er is grond zat. Bij het bedrijf zit nu 95 hectare. We willen tussen de 80 en 120 koeien gaan melken. Daar hoort 120 hectare grond bij want je moet je eigen veevoer verbouwen. De grondprijs is daar tussen de € 6.000 en € 8.000 per hectare, dat is behapbaar. Misschien haal je minder van een hectare dan wij gewend zijn, maar wat dan nog? Hier in Nederland betaal je het tienvoudige voor grond. Dat krijg je nooit rendabel.”
Misschien haal je in Frankrijk minder van een hectare dan wij gewend zijn, maar wat dan nog?
Taalcursus volgen
Tot zover de cijfers en de euro’s. Naast het zakelijke is er het sociale deel dat minstens zo belangrijk is. Ze overwegen een gastenverblijf te bouwen voor vrienden en familie maar realiseren zich dat het een hele kluif wordt om opgenomen te worden in de plaatselijke gemeenschap.
De mensen hebben andere gewoontes en dan is er nog de taal. Jeroen spreekt goed basis-Frans, Annerie gaat nog een cursus doen. “De gewone dagelijkse dingen, daar red je je al snel mee. Boodschappen doen en zo. Maar praten over emoties en gevoelens, dat is nog wel even een stap verder. Het duurt jaren voor je dat onder de knie hebt. Daar komt nog bij dat de Fransen tamelijk gereserveerd zijn. De kinderen zullen de taal en de gebruiken op school razendsnel oppikken denk ik, voor ons zal het langer duren.”
Aanpassen is nodig
Ze realiseren zich goed dat ze zich zullen moeten aanpassen. Annerie: “Eten is daar bijvoorbeeld heel belangrijk. Je kunt wel van alles plannen maar als je op het punt staat te gaan maaien en er komt bezoek, dan gaat dat voor. Met koffie en alles erop en eraan. Voor eten nemen ze daar echt de tijd en wij zullen mee moeten in dat ritme. De lunch duurt zomaar 2,5 uur, het avondeten ook.”
Ze grinnikt: “Wat scheelt is dat wij allemaal enorme avondmensen zijn. Wat dat betreft zijn we al een beetje Frans.”
Ongetwijfeld lopen we straks tegen problemen aan maar dat is geen reden om niet te gaan
Of ze hun huidige stek zullen missen? Annerie: “De tuin zou ik zo op willen pakken en meenemen, maar wat we echt zullen missen is de mooie omgeving en de fijne buurt. Mede door de mensen om ons heen hebben we hier een hele fijne tijd gehad.”
Dit prachtige,hard werkende gezin verlaat nederland. En wat krijgen we er voor terug, gelukzoekers of te wel parasieten . In en in triest met zo n overheid. Maar familie van bommel ALLE GELUK GEWENST.
Je kunt maar één keer beginnen dus kies de juiste bedrijfsvorm. Zorg dat je meerdere keren hetzelfde kunt afschrijven anders betaal je later teveel sociale lasten en belasting.
Veel succes. Dat kan nooit ver bij ons vandaan zijn. Vanaf hier naar Toldijk is 725 km.
Goed verhaal, succes maar komt vast goed.
Misschien leuk als Boerderij over een jaar nog een keer op de koffie komt …