Draaiboek vogelgriep bij rundvee: niet direct ruimen
Wanneer in Nederland sprake is van een besmetting met vogelgriep bij rundvee, zal niet direct worden overgegaan tot ruiming. Dat blijkt uit het beleidsdraaiboek dat landbouwminister Femke Wiersma naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Nederland is het eerste land in Europa dat een beleidsdraaiboek heeft opgesteld, voor het geval er een besmetting zou plaatsvinden. In de Verenigde Staten zijn inmiddels meer dan 600 melkveebedrijven besmet met vogelgriep H5N1, ook is het virus aangetroffen bij geitenlammeren. Meerdere mensen zijn na contact met de dieren besmet geraakt met het virus. Hoewel er momenteel geen aanwijzingen zijn voor besmettingen van herkauwers in Europa, heeft LVVN toch een draaiboek opgesteld.
Bij een verdenking van vogelgriep bij een melkveebedrijf wordt het bedrijf direct geblokkeerd en dieren worden onderzocht. De melk van het bedrijf mag niet meer voor humane of dierlijke consumptie beschikbaar komen. Er geldt een vervoersverbod voor dieren, producten van dieren en mest. Ophalen van de melk mag alleen als deze direct naar de locatie gaat waar het vernietigd wordt of behandeld wordt daardoor het virus wordt geïnactiveerd. Rauwe melk en producten van rauwe melk worden teruggeroepen en voor de runderen wordt een opstal en afschermplicht ingesteld. Eventueel kunnen de melkveehouders en gezinsleden onderzocht worden op vogelgriep.
Ruimen hangt af van situatie
Wanneer de dieren daadwerkelijk besmet blijken met vogelgriep zal afhankelijk van de situatie worden besloten wat er met de veestapel gaat gebeuren. Vaccinatie tegen vogelgriep om verspreiding tegen te gaan heeft de voorkeur. Momenteel is nog geen vaccin beschikbaar dat circulatie van vogelgriep op melkveebedrijven kan stoppen.
Voor zover nu bekend herstellen de meeste runderen na enkele weken na een besmetting
Het eventueel ruimen van een bedrijf hangt erg van de situatie af. Voor zover nu bekend herstellen de meeste runderen na enkele weken na een besmetting. Daarom zal in de meeste gevallen besloten worden om de dieren te laten uitzieken. Dit gebeurt in combinatie met aanvullende maatregelen om verspreiding van het virus naar mensen of dieren te voorkomen. In uiterste geval – als er gevaar dreigt voor de volksgezondheid of als de uitbraak uit de hand dreigt te lopen door verspreiding tussen bedrijf of in de omgeving – kan besloten worden om PCR-positieve dieren (dieren waar virus actief aanwezig is) te ruimen, of om de hele veestapel te ruimen.
Wanneer wordt ingezet op het laten uitzieken zullen aanvullende maatregelen worden getroffen om verspreiding naar andere dieren en mensen te voorkomen. GGD’s coördineren de maatregen om overdracht naar mensen te voorkomen.
Compartimentering
Om verdere verspreiding van een besmetting tegen te gaan, kan Nederland ingedeeld worden in compartimenten, zodat er onderscheid komt tussen vrije regio’s en besmette regio’s. De bestaande (slapende) compartimentering in het kader van dierziektebestrijding kan hiervoor ingezet worden. De regels met betrekking tot vervoer van dieren, melk en mest kan hiermee verschillen tussen regio’s.
Daarnaast kunnen ook landelijke maatregelen getroffen worden, zoals tankmelkmonitoring, een bezoekersverbod voor melkveebedrijven en een opstal- en afschermplicht voor melkvee of andere dieren, staat in het draaiboek.
Het risico op insleep van het type virus dat in de Verenigde Staten heerst, wordt door deskundigen als klein beoordeeld
Het draaiboek dient als leidraad voor het geval er een besmetting zou zijn. Er zijn nu geen besmettingen in Europa bekend bij runderen. Het risico op insleep van het type virus dat in de Verenigde Staten heerst, wordt door deskundigen als klein beoordeeld. Het vogelgriepvirus dat in Europa bij pluimvee rondwaart, is weliswaar ook van het type H5N1, maar verschilt tot van de Amerikaanse variant. Besmette runderen scheiden het virus vooral via melk uit. Mensen die besmet raken door contact met de dieren of de melk, hadden veelal verschijnselen aan de ogen.