Foto: Canva RundveeNieuws

Alle seinen op groen voor goed vervolg mais

Ondanks een droge start is de meeste snijmais nu toch goed bijgetrokken. Met een beetje gunstig weer kan de vroege mais zeker voor 1 oktober klaar zijn voor oogst.

De snijmais staat er gemiddeld best bij. Zeker vergeleken met 2018 en 2019, geven Jan Roothaert, productmanager ruwvoergewassen bij Limagrain en Arjan Lassche, Agro Service Manager bij KWS Benelux aan. De mais groeide, na een zeer droge start, in 4 weken tijd na de eerste regenval zeer snel en kreeg in de meeste gevallen redelijk lengte. “Zeker op zand staat de mais in het Zuiden er prima bij”, zegt Roothaert. “Op de klei staat het wel een stuk wisselvalliger door de droge bouwvoor en matig geslaagde zaaibedbereiding als gevolg van die droogte.” Lassche vult aan dat de ondergrond, vooral in het oosten van het land wel droog is. De bouwvoor is dan nog wel vochtig en het slagen van de mais hangt daar mede af van op tijd een regenbui.

Nieuwste genetica heeft iets kortere rassen gebracht

Pluim in de plant

Op veel plaatsen is de pluim al in de kolf. Volgens Lassche is er bijna overal voldoende vocht om de bevruchting en korrelzetting goed te laten slagen. Ook Roothaert ziet dat de bestuiving volop bezig is en ook goed slaagt. dus staan de seinen op groen voor een goed vervolg, zo denken de specialisten. De inschatting is dat de vroege mais waarschijnlijk op tijd rijp is om voor 1 oktober te kunnen hakselen. Roothaert durft een schatting aan van half september. “Ik zie zelfs middenvroege rassen die al volop bloeien en eigenlijk net zover zijn als vroege rassen.”

Ook voor de kwaliteit zijn de mannen niet bang. Hoewel de mais niet overal toplengte heeft, kan er nog wel een goede kolf komen. Lassche: “Dat de mais soms iets korter toont komt ook wel omdat de nieuwste genetica iets kortere rassen heeft gebracht. Dat zie je nu steeds vaker terug in het veld.” De kolf-stengelverhouding verschuift ten gunste van de kolf zodat het eindproduct van hoge kwaliteit is.

Beheer
WP Admin