RundveeAchtergrond

‘Alle hens aan dek in de melkveehouderij’

De agenda van de Nederlandse melkveehouderij zit boordevol. Het imago staat onder druk. De almaar verdergaande schaalvergroting vraagt om daadkracht om de bedrijfsontwikkeling niet te frustreren.

Het huidige imago van de melkveesector is volgens Kees Romijn nog steeds fantastisch, maar er is wel zorg richting de toekomst. ”Niets meer en niets minder”, aldus de kersverse voorzitter van de vakgroep melkveehouderij LTO Noord die kans maakt ook tot landelijk voorzitter van de LTO-vakgroep gekozen te worden. De sector bevindt zich volgens hem in een ’bewustwordingsfase’.
Hij ziet het niet als probleem dat we in Nederland drie keer zoveel melk produceren, dan we consumeren. Wel is het volgens hem zaak dat er zuinig wordt omgegaan met grondstoffen en duurzaam wordt gewerkt.

Dierrechten
Staatssecretaris Henk Bleker legt een grote verantwoording bij de veesector wat betreft de milieugebruiksruimte. Dat biedt kansen, maar kan uitlopen op een grote teleurstelling als de sector er niet in slaagt om aan de gestelde eisen te voldoen. Dierrechten hangen als het zwaard van Damocles boven de melkveesector. ”Het is niet de vraag of we de verantwoording aan kunnen”, zegt Romijn. ”Voor bedrijfsontwikkeling moeten we gewoon voldoen aan de milieutechnische eisen en is maatschappelijke acceptatie van essentieel belang.”

De eerste stappen zijn gezet. In een convenant tussen LTO en de Nederlandse Vereniging Diervoerderindustrie is vastgelegd dat het fosforgehalte in de rundveevoeders met 10 procent wordt verlaagd. Zo moet worden voorkomen dat het mestproductieplafond wordt overschreden.
Een gevolg van het in Den Haag gesloten mestakkoord waar de meeste veehouders in 2014 mee te maken krijgen is de verplichte verwerking van hun mestoverschot. Dat is volgens Romijn zeker niet alleen een problemen van de varkenssector. ”Als we morgen alle varkens het land uit doen, dan nog hebben we een mestoverschot.” Ook een deel van de melkveesector krijgt hier mee te maken. ”Het gaat om meer melkveehouders dan we denken”, zegt Romijn. ”Je kunt immers per definitie meer voer, gras en zeker mais, van een hectare grond halen dan er aan fosfaat op terug kan.”

Mislukte initiatieven
De verplichte factor in het verwerken van het mestoverschot is volgens hem een gevolg van eerder mislukte vrijwillige initiatieven. Of melkveehouders zich al voldoende realiseren wat het mestakkoord voor hun betekent vraagt hij zich af ”Het is de vraag of melkveehouders wat betreft het afvoeren van mest al hetzelfde redeneren als collega’s in de intensieve veehouderij.” Wel is hij ervan overtuigd dat een groot deel van de mestproblemen komende jaren wordt opgelost. ”In 2016 is er sprake van evenwicht op de mestmarkt. Zeker als er dan kunstmestvervangers zijn, en verwerkte dierlijke mest als kunstmest mag worden toegediend. Ik denk aan een mogelijkheid om te kiezen voor derogatie, waarbij je minimaal de helft van de onbewerkte mest vervangt door de bewerkte dunne fractie waarbij de optelsom hoger is dan de huidige derogatie.” Romijn pleit wel voor meer experimenteerruimte in het mestbeleid.

Eveneens een belangrijk thema dat de aandacht van melkveehouders vraagt is dierenwelzijn. Met de verdergaande schaalvergroting neemt volgens Romijn de tijd om koeien te verzorgen af. Dat maakt het nog belangrijker om het dierenwelzijn op een hoger plan te tillen. De onderwerpen mastitis, klauwgezondheid en vruchtbaarheid staan bij LTO hoog op de agenda. Ook de gemiddelde leeftijd van koeien bij afvoer moet volgens Romijn omhoog. ”Het is ethisch gezien niet goed te praten dat koeien binnen zes jaar worden afgevoerd. Dat is zeker een aandachtspunt. In onze toekomstvisie schrijven we dat we de gemiddelde levensduur met twee jaar willen verhogen.” Romijn verwacht dat met het verdwijnen van het quotumsysteem de gemiddelde koe meteen een stuk ouder wordt. Koeien hoeven dan niet meer te worden afgevoerd, of vroegtijdig drooggezet om de productie te beperken.

Antibiotica
Wel maakt hij de kanttekening dat het terugbrengen van het antibioticagebruik wel eens een negatief effect op de levensduur kan hebben. Melkveehouders beschikken dan simpelweg over minder mogelijkheden om de koeien in de benen te houden. Hoewel er volgens hem in de melkveehouderij relatief weinig antibiotica wordt gebruikt, is het duidelijk dat er verkeerde soorten zijn gebruikt. ”We waren ons hier niet van bewust en kunnen de klok niet terugdraaien. Dat neemt niet weg dat het terecht is dat de maatschappij naar ons wijst.” Romijn denkt dat er in de toekomst steeds meer koeien selectief met antibiotica drooggezet worden. Ook verwacht hij dat er andere droogzetters gaan komen, zonder antibiotica.

Nederland heeft veel maatschappelijke organisaties die steeds meer druk op de melkveesector uitoefenen. De vraag is of de sector in staat is tijdig te reageren en anticiperen? ”We gaan heel hard, maar het is de vraag of we hard genoeg gaan? Veel sneller kunnen we niet zonder te struikelen. We zijn het met de meeste maatschappelijke organisaties eens over de doelen en de richting die we op moeten. Dat is voor mij belangrijker dan de snelheid waarmee de doelen worden gerealiseerd.” Hij is zich ervan bewust dat het zeker niet vanzelf gaat. ”Je kan niet van de vloer op de zolder springen.”

Schaalvergroting
Duidelijk is voor Romijn dat de schaalvergroting in de melkveesector onverminderd door gaat. ”Zaak is dat het management tijdig meegroeit.” Het is volgens hem een illusie om te denken dat alles kan na afschaffing van het quotum. ”Ik denk dat ondernemers dit beseffen. Als we niet voldoen aan de eisen betreffende de milieugebruiksruimte dan mogen we geen extra dieren houden. Daarbij wordt de kostprijs van voer bepalend voor de melkproductie.”

Hij verwacht niet dat er over tien jaar wordt gesproken van een intensieve melkveehouderij. ”Ik kan me niet voorstellen dat we het zover laten komen. Maar het is alle hens aan dek wat betreft milieutechnische eisen, antibioticagebruik en het in stand houden van het goede imago. Een goede naam komt te voet en gaat te paard.”

Bedrijfsgegevens
Kees Romijn runt samen met zijn vrouw een melkveebedrijf in Langerak. Ze houden 90 melkkoeien die jaarlijks zo’n 8 ton melk produceren. De huiskavel is 30 hectare groot. Op afstand ligt nog eens 25 hectare grond. In 2009 hebben ze een nieuwe stal gebouwd met ruimte voor 140 melkkoeien. In de stal staan twee Lely a3-melkrobots.

Beheer
WP Admin