Agro-experimenteergebieden vechten voor behoud van overheidssteun

Vier agro-experimenteergebieden vragen de Tweede Kamer om steun, zodat zij kunnen blijven innoveren en bijdragen aan een duurzame en toekomstbestendige landbouw.

Vier agro-experimenteergebieden willen voorkomen dat ze door het beleid van het huidige kabinet verdwijnen. De AgroAgenda Noord Nederland, De Land Bouwers Twente, De Achterhoek en AgroProeftuin de Peel hebben dinsdag in de Tweede Kamer gepleit voor behoud van deze experimenteergebieden. Zij vragen de Kamer om jaarlijks € 4 miljoen vrij te maken om de experimenteergebieden in stand te houden.

De vier organisaties vrezen dat netwerken verloren gaan als de steun van de overheid vervalt, terwijl een transitie in de landbouw juist noodzakelijk is. Volgens de organisaties zijn de experimenteergebieden geen doel op zich, maar wel cruciaal om verandering in de land- en tuinbouw, de voedselketen en de maatschappij te stimuleren. “Transities komen beter van de grond als pioniers en vernieuwers financiële, juridische en sociale steun krijgen om hun ideeën in de praktijk te brengen”, aldus de vier organisaties.

_{Lees verder onder het kader}

Jaarlijks € 1 miljoen per gebied

De experimenteergebieden zijn eerder door het ministerie van Landbouw aangewezen als proeftuinen voor een vitaal platteland, een gezonde natuur en een florerende landbouw. De Tweede Kamer heeft de regering via een motie opgeroepen om te zorgen dat deze experimenteergebieden kunnen doorgaan. Hiervoor is jaarlijks € 1 miljoen per experimenteergebied nodig op de landbouwbegroting.

In de gebieden wordt geëxperimenteerd met technische innovaties, waarbij vrijstellingen en ontheffingen worden toegepast. De opgedane ervaringen en ontdekkingen in de experimenteergebieden kunnen vervolgens in de rest van Nederland worden ingezet. “Wij verkennen samen met boeren manieren om een toekomstbestendig handelingsperspectief te creëren,” aldus de vier organisaties. Het gaat daarbij om samenwerking tussen akkerbouwers en veehouders, met als doel de uitstoot van stikstof en methaan te verminderen en de waterkwaliteit en bodemvruchtbaarheid te verbeteren. “Wij praten niet over boeren, zij zijn er een wezenlijk onderdeel van.”

Innovatie Veenkoloniën

De experimenteergebieden werken samen met de provincies. In een oproep aan de Tweede Kamer noemen de vier gebieden het voorbeeld van Innovatie Veenkoloniën. Hier werken coöperaties, kennisinstellingen, agrarische natuurverenigingen, financiële partijen en boeren en tuinders al meer dan tien jaar nauw samen met provincies en waterschappen. “Samen werken zij aan een toekomstbestendig bouwplan met duurzaam verdienvermogen.”