Meer energie in voer, betere groei immunocastraten

Laagenergetisch voer in de derde fase van de mest (80 tot 117 kilo) zorgt dat met immunocastratie behandelde beren minder groeien en de smakelijkheid van het vlees vermindert.

Dit blijkt uit onderzoek van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (Ilvo) in Vlaanderen.

Het Ilvo voerde de verschillende diergroepen een hoogenergetisch voer met 10,2 MJ/kilo en een laagenergetisch voer met 8,8 MJ/kilo. Immunocastraten die hoogenergetisch voer kregen, presteerden op vlees- en karkaseigenschappen vergelijkbaar met borgen.

Voerconversie en groei

Daarnaast scoorden de immunocastraten op voederconversie en groei per dag beter dan met laagenergetisch voer. De daggroei van immunocastraten lag bij hoogenergetisch voer gemiddeld op 1.161 gram per dag tegen 1.066 bij laagenergetisch voer.

Borgen groeiden met hoogenergetisch voer gemiddeld 952 gram per dag en bij laagenergetisch 920 gram.

Voordeel voor varkenshouder

In voederconversie zijn zowel bij immunocastraten en borgen presteerden de groepen met hoog energetisch voer 0,3 waardepunten beter dan hun laagenergetisch gevoerde soortgenoten. De betere groei en voederconversie is voordeliger voor varkenshouders.

Daarbij wordt wel de kanttekening geplaatst dat het voer niet veel duurder moet zijn dan laagenergetisch voer.

Het verstrekken van hoogenergetisch voer zorgt bij immunocastraten voor meer vetaanzet. De dieren behaalden een vleespercentage dat 1% lager lag dan dat van de laagenergetisch gevoerde groep. Dit komt uiteindelijk de vleeskwaliteit van de dieren ten goede.