Foto: Joris Telders VarkensNieuws

‘Goede Hollandse big begint bij voeding’

Een goede ‘Hollandse’ big begint bij goede voeding. Dat bleek uit de 2 presentaties in het varkenscafé. De kwaliteit van de Nederlandse big was een belangrijk discussiepunt tijdens de eerste bijeenkomst van dit varkenscafé bij zeugenhouder Rik Rotink in Aalten.

Zo’n 60 varkenshouders kwamen bijeen in het ‘café’ waar voeding en diergezondheid centraal stond. Gelre IJsselstreek (Gijs) organiseerdedeze informatieve bijeenkomst voor varkenshouders.

Veel winst te behalen met biestmanagement

Gilbert van Hagen, dierenarts bij de Oosthof Dierenartsen, legde vooral de nadruk op biestmanagement. Hier valt nog veel winst te behalen voor varkenshouders, aldus Van Hagen. Vooral de voeding in de laatste week voor werpen heeft veel invloed op de kwaliteit van de biest. Onder andere visolie toevoegen blijkt positief te werken. Daarnaast zorgen uniforme koppels biggen voor een hogere biestopname. Uniforme tomen krijg je door aandacht te hebben voor goede voeding in de eerste maand van de dracht, aldus Van Hagen.

In de voerkeuken van het zeugenbedrijf van Rotink werd verder gesproken over de kwaliteit van het voer en de big. Rob Nieuwenhuis, adviseur bij Gijs gaf vervolgens aan dat door goed naar de buikjes van de biggen te kijken te zien is of ze voldoende voer opnemen. De grootte van de big is daarbij niet bepalend voor het rantsoen.

‘Geef Hollandse big een gezicht’

Zeugenhouder Rotink deed een oproep om het Hollandse big een gezicht te geven. Door vleesvarkenshouder en zeugenhouder met elkaar in contact te laten komen, worden kleine oneffenheden, bijvoorbeeld puntjes aan de oren, eerder geaccepteerd door de vleesvarkenshouder; al moet de basis van de biggen wel goed zijn.

Beheer
WP Admin