NVWA-tarieven voor im- en export zijn te hoog

De NVWA-tarieven voor im- en export van dieren zijn hoog in vergelijking met het buitenland. Dat staat te lezen in een brief van de regering aan de Tweede Kamer.

De brief is geschreven naar aanleiding van de toezegging van staatssecretaris Van Dam in december 2015, om de tarieven van de NVWA te vergelijken met die in de ons omringende landen, en om ze te toetsen aan de afspraken in het rapport ‘Maat Houden’.

Accountantskantoor Price Waterhouse Coopers (PWC) voerde het onderzoek uit. Een van de conclusies is dat de NVWA bij het vaststellen van de tarieven voor im- en export onvoldoende rekening houdt met de internationale concurrentiepositie van het bedrijfsleven. Daarnaast concludeert PWC dat de NVWA het bedrijfsleven onvoldoende betrekt bij de vaststelling van de tarieven, en hierover te weinig communiceert.

Varkenshouders gelijk gekregen

Varkenshouders uitten regelmatig hun ongenoegen over de hoge NVWA-tarieven bij exportkeuringen. De Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) diende bezwaarschriften van varkenshouders in bij het ministerie van Economische Zaken. De bevindingen van PWC en de brief van Van Dam geven de varkenshouders hierin gelijk. Van Dam kondigt aan op korte termijn met het bedrijfsleven in overleg te willen, om te komen tot een periodiek overleg met alle betrokkenen.

‘NVWA-tarieven lopen in het algemeen niet uit de pas’

PWC vergeleek de tarieven van alle controleactiviteiten die de NVWA uitvoert met die in België, Frankrijk, Duitsland en Denemarken. PWC stelt dat de NVWA-tarieven in het algemeen niet uit de pas lopen met die in het buitenland. Er moet worden opgemerkt dat het voor Duitsland onmogelijk was landelijke informatie te krijgen, omdat de deelstaten dit regelen in samenspraak met de Kreisen. Het bedrijfsleven draagt in Nederland 28% van de keuringskosten. In Frankrijk is dat 10%. In België betaalt het bedrijfsleven 43% en in Denemarken 47%. Deze percentages zijn een gemiddelde van alle controles die de NVWA uitvoert.