Biggen in een brandschone vrachtauto - Foto: Mark Pasveer VarkensNieuws

Vleesvarkenshouder moet zich aanpassen

Vleesvarkenshouders passen hun bedrijfsvoering in de toekomst aan de vermeerderaar aan, en niet meer andersom. Dat is de mening van Arjan Schuttert, dierenarts bij dierenartsenpraktijk De Oosthof.

Tijdens de informatieavond over PRRS geeft Schuttert aan dat de varkenshouderij in de toekomst toe gaat naar een andere manier van varkens produceren. “De sector moet af van de ‘continue’ productie van biggen en vleesvarkens en omschakelen naar een systeem waarbij in batches wordt geproduceerd. In zo’n systeem kan het PRRS-virus veel moeilijker overleven. Om overdracht tussen dieren tegen te gaan, is het belangrijk dat tomen van geboorte tot slacht bij elkaar blijven. De broertjes en zusjes gezamenlijk, ook tijdens het transport. Het virus kan nu overleven, doordat constant onbeschermde (jonge) dieren aanwezig zijn op de bedrijven die ook nog eens worden gemengd”, besluit hij.

Onderscheid varkens houden met en zonder PRRS

Varkenshouder en mede-organisator van de informatieavond Bennie Beulink in Zelhem (Gelderland), maakt een onderscheid tussen varkenshouden met PRRS en zonder PRRS. “Toen er nog geen PRRS was, hadden we drie weken per jaar trammelant bij de varkens. Sinds er PRRS is in Nederland hebben we drie weken per jaar géén trammelant”, vat hij samen. Beulink en Schuttert ervaren dat alles moet kloppen, om zo weinig mogelijk schade van de ziekte te ondervinden. “Het klimaat, de voeding en het bedrijfsmanagement moeten allemaal goed voor elkaar zijn.”

“PRRS deed in 1991 zijn intrede in Nederland en veranderde de varkenshouderij voorgoed”, zegt vleesvarkenshouder Bennie Beulink.

Het is vijfentwintig jaar geleden dat de Nederlandse varkenshouderij voor het eerst werd geconfronteerd met PRRS.

Beheer
WP Admin