Duitsers zoeken naar meer ruimte voor varkens

Ook het Duitse varkensonderzoek richt zich op systemen die meer bewegingsvrijheid voor de dieren in alle productiefasen opleveren, vooral die voor zeugen. Net als in Nederland wordt bewegingsvrijheid gezien als een belangrijk item voor dierenwelzijn.

Een beetje ongemerkt is eind vorig jaar het startsein gegeven voor een breed gedragen samenwerkingsproject ‘Inno-Pig’. De initiatiefnemers gaan de komende drie jaar de bewegingsvrijheid van varkens in uiteenlopende stalsystemen vergelijken. Daarbij gaat het om gangbare systemen en niet om de scharrelbedrijven, omdat daar de bewegingsvrijheid geen issue is.

De onderzoekers willen groepshuisvesting van (niet gefixeerde) zeugen met zogende biggen met de standaardsystemen vergelijken. Daarbij worden zeugen in de dek- en kraamstallen ondergebracht in afzonderlijke boxen.

Kraamstalsystemen

Verder worden de effecten onderzocht van verschillende kraamstalsystemen in de opeenvolgende productieschakels bij het opfokken en mesten van biggen en vleesvarkens. Standaard is dat de dieren twee keer verhuizen, eerst als gespeende biggen en daarna als volgroeide biggen. Het onderzoek wil dat vergelijken met een verblijf in dezelfde stal van de big tot slachtrijpe vleesvarken en als alternatief het verblijf van de biggen in één afdeling tot de vleesvarkensfase.

Onderzoek

Het onderzoek wordt breed opgepakt. Niet minder dan drie universitaire instellingen zijn van de partij, namelijk het Institut für Tierzucht und Tierhaltung van de universiteit van Kiel, het Department für Agrarökonomie und Rurale Entwicklung van de universiteit van Göttingen en nog eens drie instituten van de Tier-ärtzliche Hochschule van Hannover.

Verder doet behalve de Landbouwkamer Nedersaksen ook de Landbouwkamer Sleeswijk-Holstein mee, stalbouwconcern Big Dutchman, betonbedrijf Alfons Gretens Beton, varkenshoudersorganisatie ISN en het Agrar- und Ernährungsforum Oldenburger Münsterland.

Dat op de Landbouwkamer Sleeswijk-Holstein na al deze instellingen en bedrijven in Nedersaksen zetelen, is geen toeval. In deze deelstaat staat zo’n 30 procent van de varkensstapel opgestald en de concentratie van de sector in deze noordwestelijke hoek van Duitsland lijkt zich bovendien voort te zetten.

Bijdrage

Het onderzoek wordt met een bijdrage van €2 miljoen gefinancierd door de Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (BLE), ofwel het beleidsuitvoerende en administratieve orgaan van het landbouwministerie in Berlijn, en de Landwirtschaftliche Rentenbank. Met de financiën uit andere geldpotten kan het project, waarvoor drie jaar wordt uitgetrokken, bogen op een budget van € 2,7 miljoen.