VarkensNieuws

‘Verwerpen door prostaglandine uit nageboorte niet uitgesloten’

Deventer – Het is niet uit te sluiten dat het opeten van verworpen nageboortes door pas gedekte zeugen kan leiden tot verwerpen.

Dat concludeert de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) uit onderzoek dat het heeft uitgevoerd in opdracht van NVV en LTO. De GD benadrukt echter dat het fenomeen van vroeg verwerpen daarmee nog niet bewezen is.

De GD deed op verzoek van NVV en LTO onderzoek naar aanleiding van de signalen uit de praktijk dat het aantal vroege verwerpers fors is toegenomen. Dit als gevolg van de Nederlandse eis dat de zeugen vier dagen na de dekking in groepen moeten worden gehuisvest. Op de bedrijven met stabiele weekgroepen lijkt er soms sprake van groepsgewijs verwerpen.

Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat dit in de hand wordt gewerkt doordat de andere nog drachtige zeugen de nageboorten opvreten. Die nageboorten bevatten prostaglandine, een hormoonachtige stof die verwerpen kan veroorzaken.

De GD heeft in het onderzoek met een ELISA-test aangetoond dat er inderdaad prostaglandine voorkomt in de nageboorten. De variatie is zeer groot en afhankelijk van hoe het materiaal is voorbewerkt. Wel stelt de GD dat de gevonden concentraties in de buurt komen van de hoeveelheid waarmee verwerpen kan worden opgewekt. Ook literatuuronderzoek gaf aan dat opname van prostaglandine via de bek kan leiden tot voldoende hoge concentraties om verwerpen op te wekken.

De GD gaat extra onderzoek uitvoeren om er zeker van te zijn dat het opnemen van verworpen nageboorten door vroegdrachtige zeugen inderdaad kan leiden tot verwerpen en of dat inderdaad verband houdt met groepsgewijs verwerpen in stabiele weekgroepen.

Beheer
WP Admin