Optimisme over einde klepkeuring

Barneveld – Het Verenigd Varkenshouderij Platform (VVP) heeft hoop dat de stalkeuring nog voor de zomer weer mag worden toegepast.

Dat melden LLTB varkenshouderij-voorzitter Marc Tijssen en NVV-vice-voorzitter Theo Duteweerd.  Er wordt gewerkt aan een transportmodule die zal worden opgenomen in de beide IKB-systemen voor de varkenshouderij.

Volgens Duteweerd wordt er al langere tijd gesproken met het ministerie van Economische Zaken om de problemen onder controle te krijgen en is er bij alle partijen de goede wil om de zaak te regelen. Duteweerd: “Varkenshouders, transporteurs en exporteurs, maar ook buitenlandse slachterijen en de NVWA zelf zijn de dupe van de problemen met de klepkeuring. Het is voor niemand goed, laat staan voor de exportpositie van de Nederlandse varkenshouderij.” Door die problemen is de wil bij alle partijen om een oplossing te bereiken groot, zo geven Tijssen en Duteweerd allebei aan. Cruciaal in de te ontwikkelen module wordt de borging van de stalkeuring. Varkenshouders worden zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de te leveren dieren. Ten tijde van QLL lag dat allemaal bij de transporteurs.

Vee & Logistiek Nederland, de organisatie van de veehandel en de veetransporteurs is eveneens betrokken bij de besprekingen, maar het voortouw ligt bij LTO en NVV. Voorzitter Henk Bleker benadrukt dat de borging essentieel is. Bleker: “We kunnen ons echt geen herhaling veroorloven van de problemen. Dan zijn we de stalkeuring voor eeuwig kwijt.”

Er wordt verder ook gewerkt aan het systeem van bordeskeuring, waarbij de NVWA-inspecteurs vanaf een beweegbaar bordes de varkens in de vrachtwagen keuren. Hierin ligt het voortouw bij Vee & Logistiek Nederland. Straks zouden varkenshouders als ze onder een IKB-systeem vallen, kunnen kiezen uit klepkeuring, stalkeuring, of de bordeskeuring. Varkenshouders die niet zijn aangesloten bij een kwaliteitssysteem zitten vast aan de klepkeuring.

De NVWA wil zich niet binden aan een datum. De woordvoerder: “We moeten eerst de plannen hebben en ze beoordelen. Het is vervolgens aan het ministerie om een definitief besluit te nemen. Of dat allemaal voor de zomer lukt, kunnen we niet beoordelen.”