Brandweer houdt oefening op varkensbedrijf

De concentratie schadelijke gassen wordt gemeten met een meetbuisje. Dat zit op de handpomp. Hiermee wordt een hoeveelheid lucht door het buisje gezogen, waarna het buisje verkleurt als indicatie van het gehalte aan ammoniak of zwavelwaterstof. De buisjes zijn specifiek voor één soort gas.

Naast het meten van mestgassen beoordelen de brandweerlieden asbestverdacht materiaal, waaronder glasvezeldoek, of er wel of geen asbest in zit. De visuele beoordeling is een voorselectie welke materialen wel en welke niet microscopisch onderzocht moeten worden. Deze beoordeling wordt uitgevoerd bij onder meer brand- en stormschade. Microscopisch onderzoek verschaft uiteindelijk duidelijkheid over de aan- of afwezigheid van asbest.

Als laatste opdracht krijgen de leden van de meetploeg flessen voorgeschoteld met verschillende inhoud. Door aan de flessen te ruiken, beoordelen ze wat voor soort stof erin zit. Wanneer metingen bij stankklachten niets opleveren, is het belangrijk de geurwaarneming te omschrijven.

Na afloop noteren de deelnemers alle bevindingen. Op de voorgrond de handpomp met een meetbuisje voor schadelijke gassen.

Kijk voor meer informatie en e-learning over schadelijke mestgassen op www.mestgassen.nl. - Foto: Peter Roek

Voor de meting begint, trekken de leden van de meetploeg hun pakken aan en zetten ze hun persluchtmasker op. - Foto's: Twan Wiermans

Eén van de leden van de meetploeg voert een meting uit. Hij meet de concentraties in de silo boven de mest. Zijn collega s houden hem in de gaten.