Zware biggen maken Duitse mester blij

De technische resultaten in de Duitse vleesvarkenshouderij gaan vooruit. In Wochenblatt Westfalen-Lippe werd pas bericht over de ontwikkeling bij de Rheinische Erzeugerring für Mastschweine (REMS). Van deze producentenvereniging deden 148 boeren mee aan de bedrijfsvergelijking, met samen een half miljoen geleverde varkens. In het boekjaar 2014/2015 bedraagt de gemiddelde mestduur 111 dagen. Een getal waar niet over te discussiëren valt, dus een goede parameter.

Bijna 3 rondjes per jaar

De stal is zodoende binnen 16 weken na opleg weer leeg. De gemiddelde Duitse varkenshouder zal een week gebruiken voor het reinigen, een week even lekker niks doen en wil vervolgens na 18 weken weer biggen opleggen. Dan maakt hij 2,9 rondes per jaar (De tabel meldt meer technische cijfers).

Bigkwaliteit

In Nederland is de discussie over bigkwaliteit heviger dan ooit. De markt is erg slecht en de kwaliteit van de Deense biggen is beter dan van de meeste Nederlandse biggen, is de ervaring. Wat is nu bigkwaliteit? Dat is een vraag die regelmatig wordt gesteld. Dat is niet heel moeilijk. De Duitser wil de stal binnen 4 maanden leeg hebben, maximaal 2% uitval en varkens met een karkaskwaliteit van 1 indexpunt per kilo geslacht gewicht. Verder zijn een paar vaccinaties gevraagd en wil men weinig omkijken naar de dieren hebben.

Zware biggen

Een big van 30 kilo is de norm in Duitsland, blijkt ook uit de cijfers REMS. Voor structurele afzet naar Duitsland is een zware big dus noodzakelijk. Dan is de stal op tijd leeg, zodat de boer voldoende mestrondes kan maken. Voor veel Duitse boeren is een hoge omloopsnelheid fiscaal gunstig. Zij beuren namelijk zo’n 10% btw over hun afgeleverde varkens. Een zware big is daarom niet alleen uit oogpunt van robuustheid gewenst, maar ook fiscaal interessant.