Oefenen

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) – u weet wel: van die ontploffende koffergastoestellen – gaat oefenen in varkenspest.

Op vier dagen in juni vindt op een Brabants varkensbedrijf een praktijkoefening plaats. Er worden gesprekken gevoerd met de varkenshouders en er worden douchewagens neergezet. “Het vangen en doden van dieren wordt niet geoefend”, aldus het bericht van de NVWA. Dat is dan wel weer jammer. Niet omdat ik zo graag die taferelen van het doden van dieren zie, maar het lijkt mij wel een essentieel onderdeel van de dierziektebestrijding en een onderdeel dat je niet vanzelf onder de knie hebt.

Een douchewagen neerzetten lijkt mij niet zo moeilijk, dat kun je in een uurtje wel oefenen. En een gesprek mat de varkenshouder? Die zal toch wel ingelicht zijn, dus tenzij de brave man een heel goed acteur is (wat ik niet aanneem want dan was hij geen varkensboer) wordt dat een wat lacherige conversatie met weinig echte emoties erin. In feite zijn het voeren van een gesprek en het plaatsen van douchewagens misschien wel de minst belangrijke onderdelen van de aanpak van de varkenspest.

Ik zou, als er dan toch geoefend moet worden, een scenario kiezen zoals bij The War of the Worlds, het beroemde hoorspel dat in 1938 op de Amerikaanse radio werd uitgezonden, waarin een invasie van de aarde werd gesuggereerd en waarvan grote massa’s mensen in paniek raakten en de stad uitvluchten. Dat zou een mooie oefening zijn: er komt een email binnen bij de NVWA van een dierenarts die (zogenaamd) varkenspest heeft vastgesteld. En dan maar aan de slag jongens. “Waar is het draaiboek ook al weer?” “Is dit wel de laatste versie?” “We moeten erheen, wie heeft er een auto?” “Waar liggen de borden en de linten?” Kan iemand de leverancier van douchewagens bellen?” Wie is dat ook al weer?” “Staat in het draaiboek”.  Enzovoort. Dat levert pas een realistische oefening op. En dan pas na drie dagen vertellen dat het een oefening was.

Misschien overdrijf ik wel. Toch ben ik bang dat als er werkelijk een uitbraak plaatsvindt, men bij het niveau van oefening dat nu gepland is toch een behoorlijk onvoorbereide indruk zal maken. Laten wij maar hopen dat zo’n uitbraak nog even uitblijft.