Staldata zijn onmisbaar

Om inzicht te krijgen in voerbehoefte worden meer zeugen gewogen. Dat levert een schat aan informatie.

Van oudsher is spekdiktemeting bij zeugen de manier om de conditiescore van het dier te bepalen. Varkenshouders kunnen de voergift bepalen op basis van het aantal millimeters spek. Deze methode is echter niet accuraat. Vanwege steeds magerder (Deense) zeugen is de meting minder waardevol.

Het wegen van zeugen geeft volgens specialisten een beter beeld van de conditie van dieren. Ingeburgerd is deze methode zeker nog niet, maar het kan een trend worden. Fabrikanten van weegapparatuur spelen daarop in door passende weegschalen te ontwikkelen. De praktische inpasbaarheid vormt nog een struikelblok, maar dankzij doorontwikkeling van deze systemen wordt het makkelijker data te verzamelen en te gebruiken.

Dit alles is breder te trekken, want naast het niet kennen van het gewichtsverloop bij zeugen, weten de meeste varkenshouders het gewichtsverloop bij biggen en vleesvarkens vaak pas aan het eind van de ronde. In tegenstelling tot bij kippen meet bijna niemand waterafgifte, voeropname en gewichten realtime. En dat zijn juist goede indicatoren voor (aankomende) ziektes. Het is dus goed dat er meer aandacht komt voor deze waardevolle data.

Naast varkenshouders die zeugen wegen, zijn er ook die op structurele basis biggen en vleesvarkens wegen. Al deze boeren geven aan dat ze met deze informatie beter kunnen sturen, wat uiteindelijk de technische resultaten ten goede komt.

Door ontwikkeling van techniek, koppeling van managementsystemen en meer 
focus worden de komende jaren ongetwijfeld grote stappen gezet op het vlak van voer-
behoefte. De aanpak van pluimveehouders vormt daarbij de stip aan de horizon. Pluimveehouders kennen het gewichtsverloop en de voer- en wateropname van hun dieren van minuut tot minuut. Dat brengt zoveel voordelen met zich mee, dat het niet anders kan dan dat dit op termijn ook gemeengoed wordt in de varkenshouderij.