Johnny Bull: Wij proberen met goede argumenten het beleid te beïnvloeden. Soms moet je dan water bij de wijn doen. Foto: Bart Nijs VarkensAchtergrond

Belangenbehartiger Bull: ‘Gelijke regels voor iedereen’

Agrarische belangenbehartiging is mensenwerk. Wat zijn de drijfveren van de bestuurders die zich het vuur uit hun sloffen lopen voor hun achterban? In deze vijfde en laatste aflevering Johnny Bull, varkenshouder in het Gelderse Horssen, actief als regiovoorzitter van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders.

Hij maakt zijn eigen mening ondergeschikt aan die van zijn bestuur. Als de meerderheid tegen is en hij voor, dan is hij naar buiten toe ook tegen. Hoort er allemaal bij, zegt varkenshouder Johnny Bull uit het Gelderse Horssen.

De voorzitter van het regiobestuur Rivierengebied van de Nederlands Vakbond varkenshouders (NVV) zit er niet voor zichzelf, maar voor zijn achterban. Bull heeft er geen probleem mee om zich te schikken. Maar voordat de meerderheid heeft besloten, laat hij zijn mening wel horen. Als het nodig is met enige stemverheffing, want zijn mening steekt hij niet onder stoelen of banken.

Dat laatste zal waarschijnlijk wel de reden zijn geweest dat hij een jaar of tien geleden werd gevraagd om mee te draaien in het regiobestuur van de NVV, analyseert hij achteraf. “Boeren die tijdens een vergadering achter de microfoon kruipen en luid en duidelijk zeggen wat ze vinden, zitten algauw in het bestuur. Zo is het bij mij in ieder geval gelopen.”

Bull heeft een gesloten varkensbedrijf met 1.400 zeugen en 13.000 vleesvarkens. Daarnaast heeft hij nog 70 hectare akkerbouwgrond. De mest wordt op het eigen bedrijf verwerkt in een dunne en een dikke fractie. Bull is varkenshouder en belangenbehartiger, maar zeker geen vergaderboer. Zijn bedrijf gaat voor, altijd. Vergaderen doet hij ’s avonds.

Beëindigingsregeling

Nog even terug naar de verschillen van mening in het regiobestuur. Het gebeurt niet vaak, zegt hij, maar toen gesproken werd over de beëindigingsregeling voor varkenshouders waren er tegenstellingen. Bull vond dat varkenshouders die aan de stoppersregeling meededen in de periode voor de definitieve beëindiging niet vrijgesteld moesten worden van allerlei milieu- en welzijnsregels. De meerderheid van het regiobestuur pleitte echter voor een soepele behandeling van de stoppers. Bull: “Het is zoals het is, de meerderheid in mijn bestuur bepaalt wat ik ga zeggen in het landelijke NVV-bestuur. Dat heb ik ook gedaan. Als je dat niet kan, moet je geen voorzitter worden.”

‘Level playing field’, die term – vertaald: gelijk speelveld – valt regelmatig in het gesprek met Bull. Hij heeft geen moeite met regels, of het nu gaat om welzijn, milieu of wat dan ook, maar dan moeten die regels wel voor alle varkenshouders in Europa gelijk zijn. En er mag best varkensvlees van buiten Europa op de Nederlandse markt komen, maar dan wel onder de voorwaarde dat de producenten van dat importvlees aan dezelfde regels zijn gebonden als die in Nederland.

“Het bereiken van een level playing field is mijn drijfveer als regiovoorzitter. We zijn er nog lang niet. Of het nu gaat om de ruimte per varken of het medicijngebruik, de verschillen in de Europese Unie zijn groot. Nederland is Roomser dan de paus, onze kostprijs is hoger en dat is slecht voor onze concurrentiepositie.”


Acties van Wien

Bull is al lang lid van de NVV. Hij weet nog goed dat de toenmalige oprichter van de vakbond, de roemruchte Wien van den Brink, in 1995 in het Rivierengebied opriep tot actie. Na de evacuatie vanwege het hoge water wilde de overheid de schade maar deels vergoeden. Van den Brink eiste 100% schadevergoeding en die eis werd ingewilligd. Bull: “Van den Brink had helemaal gelijk. Veehouders werden verplicht om hun dieren af te voeren. Dan kan de overheid de hand toch niet op de knip houden?”

Van den Brink was een man van de harde actie. “Die tijd is voorbij”, zegt Bull. “De NVV zit nu met de overheid aan tafel over tal van onderwerpen. Wij proberen met goede argumenten het beleid te beïnvloeden. En soms moet je dan water bij de wijn doen. Wien deed goed werk, maar de tijden zijn veranderd.”

Tot hier en niet verder

Gaat Bull dan nooit meer de straat op voor de goede zaak? Jawel. “Er kan een moment komen dat ik zeg: tot hier en niet verder. Stel dat politiek Den Haag besluit dat varkenshouders helemaal geen medicijnen meer mogen toedienen aan hun dieren, dan is het tijd om in actie te komen. We kunnen niet toestaan dat de politiek over ons heenloopt.”

Trouwens, in september 2015 liet hij nog luid en duidelijk van zich horen. Samen met collega-varkenshouders demonstreerde hij in Den Haag en Brussel. De nood in de sector was zo hoog dat de politiek moest ingrijpen.

Een moeilijk punt wat dit betreft is de nasleep van het neerhalen van de MH17 boven Oekraïne door Rusland. De Europese Unie nam maatregelen tegen Rusland en vervolgens sloot Rusland zijn grenzen voor onder meer Europees varkensvlees. “Dat kost ons bedrijf veel geld. De overheid weigert echter de schade te vergoeden. Ik snap best dat Europa het neerhalen van het vliegtuig niet accepteert, maar het is natuurlijk onrechtvaardig om ondernemers hiervoor te laten bloeden. Een actie van boeren zal echter niet worden begrepen.”

Misstanden hard aanpakken

Als belangenbehartiger kijkt Bull niet alleen naar de politiek. Misstanden in de eigen sector moeten wat hem betreft hard worden aangepakt. Voedselveiligheid staat hoog op zijn prioriteitenlijst. “Consumenten hebben recht op veilig vlees. Voor ondernemers die sjoemelen met de regels heb ik geen respect, want zij bederven de markt voor hun goedwillende collega’s. De rotte appels moeten we uit de sector verwijderen.”

NVV en LTO overleggen met elkaar over verdergaande samenwerking en mogelijk fusie. Bull is voorstander van fuseren. “Hoe eerder hoe beter. Onze sector wordt steeds kleiner. Voor behoud van onze sector is het van levensbelang om een eensluidend standpunt in Den Haag neer te leggen. De oprichting van de Producenten Organisatie Varkenshouderij is een goed begin van meer samenwerking in de sector. En nu doorpakken.”

Bull zit inmiddels tien jaar in het regiobestuur van de NVV, waarvan vijf jaar als voorzitter. Het regiobestuur vergadert een keer per maand onder zijn leiding, twee keer per maand vertegenwoordigt hij zijn regio Rivierengebied in het landelijke NVV-bestuur. Uit het voorzitterschap komen allerlei klusjes voort. Hij zegt niet gauw nee, behalve als hij daarvoor overdag het erf af moet. “Dat doe ik liever niet. Ik heb zes man in dienst die ik moet aansturen. Bovendien wil ik mijn bedrijf goed neerzetten voor de volgende generatie.”

Beheer
WP Admin