Castratiestop vraagt veel overtuigingskracht - Foto: Henk Riswick VarkensAchtergrond

Castratiestop vraagt veel overtuigingskracht

De stuurgroep Boars 2018 heeft als taak de geesten rijp te maken voor non-castratie. Dat kost tijd. “Vlees van borgen was altijd de norm.”

“We zijn zeker niet ontevreden over de voortgang en resultaten van Boars 2018.” Dat betoogt Annechien ten Have, voorzitter van de stuurgroep Stoppen met castreren. De stuurgroep maakt zich sterk om in 2018 de varkenssector in Europa te bewegen te stoppen met het castreren van beerbiggen.

Stuurgroep internationaal gegaan

Boars 2018 is sinds twee jaar de naam voor de stuurgroep Stoppen met Castreren. In Nederland verkopen supermarkten sinds 2014 alleen nog vers vlees van intacte beren. In het thuisland zat daarom de klus er op voor de stuurgroep, zodat is besloten verder te gaan onder de Engelstalige naam Boars 2018. In het buitenland is dan sneller duidelijk waar de club voor staat.

Tijdens een grote bijeenkomst eind 2013 in Zeist met alle betrokkenen uit de varkensvleesketen, werd de naamswijziging bekend gemaakt. Voorzitter Annechien ten Have liet toen weten dat de doelen van Boars 2018 ambitieus zijn. Desondanks wilde ze ervoor gaan en zag ze aanknopingspunten om het streven te bereiken. Nu, halverwege de termijn tussen 2014 en 2018, zijn tastbare resultaten geboekt (zie kader). Duitsland staat aan de vooravond van de invoering van berenvlees in een aantal grote supermarkten. In andere landen wordt een deel van de beerbiggen niet meer gecastreerd.

De feiten over non-castratie op een rij

Status van non-castratie in Europa:
– Verenigd Koninkrijk, nauwelijks nog castratie;
– Spanje, een vijfde wordt niet gecastreerd, geen geurdetectie aan slachtlijn;
– Nederland, meer dan 60% beren niet gecastreerd;
– Duitsland, 8% beerbiggen niet gecastreerd. Geleidelijke ontwikkeling naar non-castratie;
– Denemarken, vooral borgen, iets meer dan 2% beren. De Denen werken aan nieuw detectiesysteem;
– België, richt zowel zich op immunocastratie als het houden van intacte beren;
– Frankrijk, 8% intacte beren, dit percentage groeit gestaag;
– Italië, alle beerbiggen gaan onder het mes;
– Oost-Europa. In dit deel van Europa is men niet bezig met non-castratie, thema leeft daar niet.

Markt leidend voor aanbod beren

Vanuit de stuurgroep Boars 2018 wordt benadrukt dat niet blind wordt gepusht om het castratiemes op te bergen. Het houden en slachten van beren gaat alleen slagen als er internationaal afzet is voor berenvlees. Als er meer beren op de markt komen dan er vraag naar is in de diverse varkensvleesconcepten, gaan slachterijen kortingen toepassen op de uitbetalingsprijs. Tegenover Boerderij verklaarde Ten Have destijds dat meer beren produceren dan de markt aan kan, ‘onverstandig is’.

De stuurgroep Boars 2018 werkt in opdracht van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) en de Nederlandse vleesverwerkers en krijgt steun van het ministerie van Economische Zaken en de Dierenbescherming. Door in Europa de geesten rijp te krijgen voor het houden van intacte beren, ontstaat markt voor berenvlees. Hoe meer markt voor berenvlees, hoe groter het aantal varkenshouders – ook in Nederland – dat kan stoppen met castreren van beerbiggen.

Het afleveren van slachtrijpe beren. Nederlandse supermarkten verkopen alleen berenvlees.

Foto: Henk Riswick


Henk Riswick

POV-voorzitter Ingrid Jansen bestempelt non-castratie als een belangrijk politiek-maatschappelijk thema waar de varkenssector iets mee moet. Jansen: “Ik word daar door politici op aangesproken. Daarom hecht ik er aan dat dit thema vanuit de POV goed wordt aangestuurd en de markt leidend blijft.”

Jansen voegt er aan toe dat stoppen met castreren niet alleen een maatschappelijk thema is, maar een dierenwelzijnsmaatregel die de varkenshouder ook geld oplevert. Het bruto economisch voordeel van een beer ten opzichte van een borg loopt op tot €6 à €8 per dier. Beren groeien harder dan borgen, met minder voer.

Kennis internationaal delen

De rol van de stuurgroep is volgens Ten Have vooral ondersteunend; het delen van kennis. In Nederland detecteert men beren met een afwijkende geur door mensen te laten ruiken aan verhit vlees. Het Duitse kwaliteitssysteem QS heeft deze aanpak overgenomen in zijn certificering. Zo wordt kennis gedeeld, ook over het houden van beren. Voor varkenshouders in binnen- en buitenland bevat deze kennis legio tips om succesvol beren te mesten en daar economisch voordeel uit te halen.

In Nederland detecteert de menselijke neus berengeur door te ruiken aan verhit vlees.

Foto: Bart Nijs

Door met het thema non-castratie aan de slag te gaan, komt er ook steeds meer kennis, zegt Gé Backus van adviesbedrijf Connecting Agri & Food, projectleider van Boars 2018. Hij verklaart dat gemiddeld iedere drie weken een wetenschappelijk stuk wordt gepubliceerd over berengeur. Backus: “Zo ontstaat steeds meer kennis en gevoel over de mogelijkheden van beren houden en berenvlees verwerken.”

Grote impact Duitse ontwikkeling

Deze kennis heeft er aan bijgedragen dat de Duitse supermarktketens Aldi Nord, Aldi Süd en Rewe volgend jaar vlees gaan verkopen van beren of biggen die verdoofd zijn gecastreerd. Daarbij is de keuze aan de boer.

Niettemin ziet de stuurgroep Boars 2018 de ontwikkeling in Duitsland als heel belangrijk. Voor de Nederlandse varkensketen is Duitsland met een exportwaarde van jaarlijks €800 miljoen het belangrijkste afzetland voor varkens en varkensvlees. Als in het grootste varkensvleesverwerkende land in Europa, Duitsland, een omslag komt naar non-castratie heeft dat veel impact op omringende landen, waaronder Nederland. Bovendien geldt in Duitsland vanaf 2019 een verbod op het onverdoofd castreren van biggen. Backus: “De Duitse varkensvleesketens zullen komende twee jaar een keuze moeten maken hoe zij daar mee om gaan.”

Weerstand tegen vlees ongecastreerde beer

Vlees van gecastreerde varkens was altijd de norm. Het is daarom logisch dat in sommige landen non-castratie nog nauwelijks een issue is, verklaart Ten Have. In bijvoorbeeld Italië of Oost-Europa is men niet bezig met het thema non-castratie. Een eerste stap is om de mogelijkheden van beren houden in deze landen onder de aandacht te brengen. Daarvoor is een projectvoorstel bij de Europese Commissie ingediend. Het voorstel beoogt om aan de hand van vijf voorbeeldstudies duidelijk te maken hoe beren houden het beste gaat en wat boeren vooral niet moeten doen om teleurstellingen te vermijden.

Met voorbeeldstudies moet duidelijk worden voor varkenshouders hoe ze het beste beren kunnen houden.

Foto: Koos Groenewold

In 2007 is in Nederland de Verklaring van Noordwijk getekend met als doel voor 2015 te stoppen met castreren. Sindsdien is veel gebeurd, maar was ook kritiek te horen van varkenshouders die vrezen dat berenvlees afbreuk doet aan het imago van varkensvlees en de consumptie afneemt. Daarom volgt Boars 2018 nauwkeurig de internationale ontwikkeling van de varkensvleesconsumptie, legt Backus uit. Uit de analyses blijkt dat in vergelijking met diverse andere landen in Nederland de minste klachten binnenkomen over varkensvlees. Terwijl in veel ander landen waar men het consumptiegedrag volgt, zoals Denemarken of Zuid-Korea, geen berenvlees wordt verkocht.

Automatisch berengeur detecteren

Tevens ziet het ernaar uit dat op korte termijn automatische methoden komen om beren die rieken te detecteren. Volgens Backus zijn er drie partijen die een Europese patentaanvraag hebben ingediend voor zo’n ‘elektronische neus’, waarvan één vermoedelijk dit jaar wordt gehonoreerd. Een belangrijke ontwikkeling, vindt POV-voorzitter Jansen. “Nog niet alle slachterijen detecteren beren met afwijkende geur aan de slachtlijn.” Jansen roept slachterijen op te zorgen voor goede slachtlijndetectie.

Beheer
WP Admin