Denemarken biedt onderdak aan internationaal opererende, grote agrarische coöperaties als Danish Crown.</p> <p><em>Foto: Henk Riswick</em> VarkensAchtergrond

Deense varkenshouders: ‘Coöperatie heeft langste tijd gehad’

In Denemarken is een discussie over de zin van het coöperatieve model voor grote concerns gaande, net als in Nederland. Het standpunt dat dit model zijn langste tijd heeft gehad, vindt bij Deense varkenshouders steeds meer aftrek.

ForFarmers naar de beurs, Rabobank reduceert de zelfstandigheid van haar plaatselijke coöperatief georganiseerde banken. De coöperatieve vereniging – beter bekend als coöperatie – is een ondernemingsvorm die zijn beste tijd heeft gehad, zo lijkt het.

Zijn grote coöperaties nog van en voor de boer?

Ook in Denemarken is de discussie over de zin van het coöperatieve model gaande. Het land biedt onderdak aan de internationaal opererende, grote agrarische coöperaties Arla (zuivel) en Danish Crown (vlees). In de veevoersector en de aan- en verkoop van graan spelen DLG en Danish Agro internationaal een deuntje mee. Maar hoe coöperatief zijn deze ondernemingen nog, dat wil zeggen: in welke mate voldoen zij nog aan de oorspronkelijke gedachte dat ze van en voor de boer zijn?

De Deense varkenshouders, verenigd in de belangenorganisatie Landsforeningen Danske Svineproducenter (LDS), vinden van niet. LDS heeft al eerder vraagtekens gezet bij de coöperatie.

Danish Crown keert meer winst uit aan leden

Danish Crown is inmiddels ondergebracht in een vennootschap op aandelen, zij het dat de eigendom daarvan is nog steeds in handen van de oude coöperatieve vereniging. Niettemin heeft dit de mogelijkheid geopend om een deel van de aandelen van de hand te doen aan bijvoorbeeld institutionele beleggers.

Tevens is Danish Crown begonnen een groter deel van de winst uit te keren aan de leden, niet alleen omdat de varkenshouders in de huidige vleesprijssituatie een overlevingskans te bieden, maar ook om tegemoet te komen aan de kritiek op het coöperatieve model op zich.

Zustercoöperatie en concurrent Tican is sinds kort coöperatie af. Het bedrijf zocht zijn toevlucht tot de private Duitse vleesonderneming Tönnies.

Arla keert meer winst uit, maar tornt niet aan ondernemingsvorm

Zuivelaar Arla keerde gezien de malaise in de melksector van de winst in 2015 ook iets meer uit aan de leden. In tegenstelling tot Danish Crown is van gesleutel aan de coöperatieve ondernemingsvorm van dit concern echter geen sprake. Het hele bedrijf is vast in handen van coöperatie Arla, met leden in Denemarken, Zweden, Duitsland, Groot-Brittannië en de Benelux. Dat is tevens ook het grote verschil met ‘zuster’ Danish Crown. Danish Crown heeft alleen Deense leden, hoewel in al deze landen een mutatis mutandis (verander het op die punten waar het veranderd moet worden) minstens even grote rol speelt. Arla heeft zijn coöperatieve organisatie bovendien tot verkoopargument verheven. Een speciaal ontworpen logo brengt sinds kort bij de consument onder de aandacht dat het concern eigendom is van de boeren.

‘Vroeger ging het om een paar honderd mensen, die in een kleine regio de krachten hadden gebundeld’

Niettemin blijft volgens LDS-voorzitter Henrik Mortens het bezwaar dat door de jaren heen tot multinationals uitgegroeide concerns weinig meer gemeen hebben met de coöperaties uit de begintijd van de late 19de respectievelijk vroege 20ste eeuw. “Dat de individuele boer met zijn stem invloed kon uitoefenen, functioneerde toentertijd goed, omdat het om een paar honderd mensen ging die in een kleine regio de krachten hadden gebundeld om samen een taak uit te voeren. Iedereen zat dichtbij zijn coöperatie en ging naar de algemene jaarvergadering De werkelijkheid van vandaag is daarvan ver verwijderd”, meent hij.

Als voorbeeld noemt Mortens voercoöperatie Danish Agro, een bedrijf met een omzet van een kleine €4 miljard en 10.500 boeren als leden. Mortensen: “Maar op de jaarvergadering was daarvan maar 0,72% aanwezig, inclusief afgegeven stemvolmachten.”

Beheer
WP Admin