Het blijkt moeilijk om de staarten in tact te houden - Foto: Hans Prinsen VarkensAchtergrond

Magere resultaten krulstaartproject in Noordrijn-Westfalen

In Noordrijn-Westfalen draait een praktijkproefproject om het routinematige staartcouperen in de varkenshouderij op termijn te kunnen beëindigen. Ondernemers die 95% van hun vleesvarkens aan de slachterij afleveren met een hele staart zouden dan een bonus kunnen krijgen. Bij de praktijkproef zou zo’n premie in veruit de meeste gevallen een fata morgana zijn gebleven.

Vleesvarkens mesten met intacte krulstaarten blijft moeilijk. Dat is geen nieuws, maar de resultaten van een door de overheid opgezet en gesteund project in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen spreken toch boekdelen. Ondanks tal van preventieve maatregelen en een uitgebreide begeleiding, bleef slechts bij 40 tot 50% van de dieren de staart heel, zo blijkt uit de rapportage over het project van de Landbouwkamer van de deelstaat. Bij de andere 50 tot 60% van de varkens was de staart aangebeten, gewond of ook afgebeten.

‘Elk bedrijf vergt eigen aanpak’

Het gaat hier over de uitkomsten van de tweede fase van het project, die vorige maand werden gepresenteerd in Düsseldorf. Daarbij constateerde landbouwminister Johannes Remmel al dat er geen handboek is uitgerold waarmee staartbijten kan worden voorkomen zonder dat de staart wordt gecoupeerd. Elk bedrijf is weer anders en vergt zijn eigen aanpak, aldus de conclusie. Bezigheidsmateriaal en voer met veel ruwvezel werden niettemin als belangrijke preventieve factoren waargenomen.

Het project speelde zich in eerste instantie af op vijftien bedrijven waarbij voor één productiecyclus in totaal 824 biggen de staarten behielden. In een tweede productiecyclus deden tien bedrijven met 518 biggen mee. De deelnemers werden niet alleen tijdens het project, maar ook van tevoren goed van adviezen voorzien. In de fase met zogende biggen bleven de problemen geheel volgens de verwachting te overzien. Bij slechts een paar procent van de biggen was de staart geblesseerd. Bij rond 1% van de dieren was de staart gedeeltelijk verdwenen; niet omdat de biggen elkaar hadden gebeten, maar omdat de zeug erop had getrapt.

Staarten niet ‘total loss’

Bij de gespeende biggen zien de cijfers er alweer heel anders uit. In de eerste cyclus was rond de 18% een derde deel van de staart kwijt en in de tweede cyclus rond de 25%. Bij respectievelijk krap 3% en ruim 18% was een nog groter deel van de staart weg. ‘Total loss’ was de staart echter bij geen enkele big.

‘Heel weinig bedrijven zouden de staartpremie krijgen’

Bij de slachtrijpe vleesvarkens had in de eerste cyclus nog maar 54% van de dieren een intacte staart en in de tweede cyclus niet meer dan 39%. Nog eens circa 30% was in de eerste ‘ronde’ een deel van de staart kwijt, in de tweede 23%.

Duidelijk is dat op deze manier maar heel weinig van de deelnemers in aanmerking zouden zijn gekomen voor de ‘staartpremie’ die Noordrijn-Westfalen overweegt in te voeren. Die premie zou namelijk pas worden uitgekeerd als 95% van de bij de slachterij afgeleverde varkens nog in het bezit is van een volledige staart.

Het project gaat ondanks de toch wel magere resultaten nog een nieuwe fase in. Daarbij zal ook gebruik kunnen worden gemaakt van de oorzaken van het staartbijten, die zijn geïdentificeerd. Het betrof in alle gevallen incidenten, zoals bijvoorbeeld een defect geraakte voerautomaat.

Beheer
WP Admin