PO-regeling: ruim 70.000 ton opgeslagen

Duitsland heeft met 16.458 ton het grootste aandeel van de totale opslag, bijna 23,5%. Spanje volgt de Duitsers op de voet en sloeg dit jaar al 16.070 ton (22,9 %) vlees op. Dat deze landen het meeste vlees opslaan is niet gek, aangezien het de grootste producenten van varkensvlees in Europa zijn. Wat opvalt is dat in Duitsland het vlees voornamelijk voor negentig dagen wordt opgeslagen, terwijl de Spaanse slachterijen ervoor kiezen om het meeste varkensvlees 150 dagen op te slaan.

Naast Duitsland en Spanje hebben ook de Deense en Nederlandse slachters een groot aandeel in de totale opslag van varkensvlees. In Denemarken ging 10.429 ton (14,8%) de koelhuizen in. Nederlandse slachterijen hielden 8.370 ton (11,9%) varkensvlees uit de markt. Nederlandse slachterijen slaan het gros van het vlees, 6.716 ton, op voor een periode van negentig dagen.

Zuid-Europa

Vooral in Zuid-Europa kiezen landen ervoor om het varkensvlees voor langere tijd van de markt te houden. Portugal hield in de eerste twee weken 505 ton van de markt. Al dat vlees gaat voor 150 dagen de koelhuizen in. Italië sloeg in totaal 4.933 ton op, waarvan 3.518 ton voor 150 dagen.

Van alle producten die worden opgeslagen, springen de poothammen er qua hoeveelheid bovenuit. In totaal werd 37.878 ton aan poothammen van de markt gehaald, meer dan 50% van de totale opslag. Naast de poten worden ook de vette delen opgeslagen. De Europese slachterijen hielden in totaal 7.006 ton vette delen uit de handel, om en nabij de 10% van de totale opgeslagen hoeveelheid. In de eerste weken van het nieuwe jaar lieten de varkensprijzen onder andere vanwege de nieuwe PO-regeling een stijging zien.