VarkensAchtergrond

Etiket legt bom onder export

Sinds april moet in de winkel op vlees staan waar de varkens zijn gehouden en geslacht. Dat legt een bom onder de export van biggen en varkens.

In de Europese Unie krijgen consumenten sinds april meer informatie over de herkomst van vlees in de winkels. In navolging van rundvlees, waar de verplichting al jaren geldt, is sinds april een verordening van kracht die voorschrijft dat ook op het etiket van varkensvlees moet staan in welk land het varken is gemest en geslacht. Vleesvarkenshouders moeten vanaf die datum bij elke levering aangeven uit welk land hun biggen afkomstig zijn.

Vooralsnog geldt het alleen voor hele varkensonderdelen maar er zijn ook politieke partijen die dit willen doortrekken naar bewerkte en samengestelde vleesproducten. Omwille van de kosten is dit nog niet doorgezet.

Export naar Duitsland in gevaar

De verordening rondom de herkomst van varkens kan gevolgen hebben voor de export naar Duitsland. Dat land is immers veel chauvinistischer dan Nederland als het gaat om herkomst van producten. Het land kent al, met name regionale, concepten met een “4 x D”-aanduiding. Dat betekent dat vlees afkomstig is van varkens die geboren, gemest, geslacht en verwerkt zijn in Duitsland. De nieuwe eisen doen daar nog een schepje bovenop.

Nederlandse biggen voldoende Duits

Bij de afzet van Nederlandse biggen naar Duitsland is er op papier niet veel aan de hand. Deze biggen zijn gemiddeld bijna altijd lichter dan 30 kilo bij export en worden gezien als gehouden in Duitsland (zie kader). Ze hebben dan vier maanden in een Duitse stal gelegen en zijn dan voldoende ‘Duits’ (of ‘Eindgedeutcht’). Voor Deense exporteurs is het lastiger om aan deze eis te voldoen, omdat de Deense biggen nogal eens zwaarder zijn als ze richting Duitsland gaan.

[([002_rb-image-1768984.jpeg]:inzetgroot)]

 

Het Duitse Bundesmarktverband für Vieh und Fleisch liet vorige maand nog weten dat biggen die in Duitsland en Nederland zijn geboren, mogen worden gezien als opgegroeid in Duitsland. Volgens Cees Oostrom, voorzitter van de sectorcommissie varkens- en biggenhandel/export bij Vee en Logistiek Nederland, zijn daar tot nu toe geen problemen over gemeld. “De eis van maximaal 30 kilo is voor Nederland gemakkelijk in te vullen”, aldus Oostrom.

Weerstand merkbaar

Toch ervaren exporteurs de laatste weken steeds meer weerstand in (Zuid-) Duitsland, en andere landen bij de biggenafzet. Vooral slachterijen die leveren voor regionale programma’s zijn terughoudend in het opnemen van vleesvarkens van niet-Duitse herkomst. Een teken aan de wand is dat Duitse biggennoteringen veel hoger en stabieler ontwikkelen dan de Nederlandse biggenprijzen. Ook de huidige flink lagere biggenexport naar Duitsland is voor een deel daaraan te wijten.

Deense big een bedreiging

Ook schuilt nog een indirect gevaar. De Nederlandse big staat in het algemeen minder goed aangeschreven dan de big uit Denemarken, met name als het gaat om gezondheid en robuustheid. Handelaren kunnen de discussie, los van de werkelijke argumenten, gebruiken om de Nederlandse big te schaden. Handel gebeurt niet alleen op basis van feiten, maar is ook emotie.

Extra handelingen voor slachterijen

De export van Nederlandse vleesvarkens raakt de Duitse slachterijen direct. Ze krijgen te maken krijgen met extra handelingen en het kanaliseren van stromen. De mate waarin dit kostprijsverhogen werkt, is slachterijafhankelijk. Grote slachterijen als Tönnies, Vion en Westfleisch hebben meestal mogelijkheden om varkens van buitenlandse afkomst apart te slachten. Bijvoorbeeld door aparte slachtdagen voor specifieke stromen varkens.

[([003_rb-image-1769019.jpeg]:inzetgroot)]

 

Voor kleine slachterijen leidt het eerder tot hogere slachtkosten. In Duitsland is de verwachting, en er zijn de eerste signalen, dat deze slachterijen en vleesverwerkers die sterk gericht zijn op regionale afzet, niet-Duitse varkens weren. Een waardevermindering is het gevolg. Ook Oostrom verwacht dat het geld kan gaan kosten, maar benadrukt dat de (grote) slachterijen de Nederlandse varkens hard nodig hebben. Duitsland importeert jaarlijks vijf miljoen vleesvarkens en nog eens 11 miljoen biggen, voornamelijk uit Nederland en Denemarken. Deze slachterijen hebben er belang bij dat de buitenlandse varkens probleemloos het slacht- en afzetproces in gaan.

Chauvinistisch zuiden

Belangrijk voor de consequenties voor de Nederlandse export is de houding van de Duitse slagerijen en retailers. Voor vlees in concepten, zoals Welfare voor de Engelse markt, is het geen probleem dat er een Nederlandse herkomst op staat. Maar met name in het zuiden van het land, het meer traditionele gedeelte van Duitsland, ligt dat gevoelig. Daar is het Duitse chauvinisme meer zichtbaar dan in het noorden en westen.

[([004_rb-image-1769076.jpeg]:inzetgroot)]

 

Export 10% lager

De komende maanden zal dit alles meer vorm gaan krijgen, is de verwachting. Van exporteurs komen wisselende geluiden; sommigen merken meer weerstand in met name het zuiden van Duitsland, maar ook in Italië. De exportcijfers geven alvast geen best voorteken: zowel de export van biggen als vleesvarkens naar Duitsland ligt over de 16 weken van dit jaar beide circa 10% lager. Dat heeft ook andere oorzaken, maar de factor herkomst speelt mee.

Grote exporteurs optimistisch

Opvallend is dat grote exporteurs als Jan Schuttert en Hendrie Dijk beide aangeven geen belemmeringen te ervaren bij de afzet naar Duitsland. Dijk “Wij krijgen nog geen signalen dat de slachterijen problemen hebben met Nederlandse varkens.” Hij sluit niet uit dat dit gaat veranderen. “De verordening is pas net van kracht”, zegt Schuttert. Hij verwacht niet dat de impact heel groot gaat zijn voor Nederlandse exportvarkens. “De meeste varkens gaan naar een grote slachterij waarvan wij de indruk hebben dat ze er geen problemen mee hebben. Bij kleine slachterijen kan het anders zijn, maar die slachten nauwelijks varkens uit Nederland.” De Duitse biggen- en varkensmarkt zal zich deels opnieuw gaan zetten.

Beheer
WP Admin