Varkenshouder Noël Renault legt een pasgeboren big onder de warmtelamp. Foto's: Henk Riswick VarkensAchtergrond

Fransen kiezen voor eenvoud en overzicht

Arbeidsefficiency is belangrijk bij de gebroeders Renault. De handel verloopt ook overzichtelijk; bijna alles gaat via hun coöperatie.

In de kraamafdeling van de gebroeders Renault komen de eerste biggen ter wereld. Noël Renault loopt tevreden door de kraamkamer van het bedrijf en legt af en toe een pasgeboren big onder de warmtelamp.

Drie jaar geleden hebben de broers een nieuwe zeugenstal gebouwd, mede om te voldoen aan de Europese eisen voor groepshuisvesting van drachtige zeugen. Op het bedrijf wordt gewerkt volgens een vierwekensysteem, met spenen op 21 dagen leeftijd. De zeugen van een worpgroep liggen allemaal in één ruime en overzichtelijke kraamafdeling. Dit heeft wel iets, zo’n grote afdeling voor ruim zestig kraamzeugen. De bereikbaarheid van de hokken is goed. Af toe is een dwarspaadje gemaakt om de looplijnen kort te houden. De ramen zorgen voor veel lichtinval, zodat een fijne, open ruimte ontstaat om in te werken.

Alles is nog brandschoon op het moment dat de zeugen gaan werpen. Franse varkenshouders hechten veel belang aan hygiëne in de stal. Frisse lucht komt binnen via het plafond. Dat lijkt goed te werken. De zeugen liggen er lekker bij.


Arbeidsgemak

Bij de nieuwbouw in 2012 woog arbeidsefficiency zwaar, legt Emmanuel Renault uit. Ze willen het werk op hun gesloten varkensbedrijf zoveel mogelijk zelf uitvoeren, met hulp van een stagiair. Efficiënt werken houdt voor de broers ook arbeidsgemak in. Veel in de stal is daarom geautomatiseerd.

De vleesvarkens gaan naar de grootste ­coöperatie in Frankrijk, Cooperl. Deze vleesverwerker slacht ook veel beren. Bij de gebroeders Renault blijft daarom het castratiemes in de kast. Een ingreep minder bespaart werk, wat goed uitkomt op dit bedrijf met een deel van de vleesvarkens op afstand, in huurstallen. De biggen krijgen één enting, een vaccinatie ­tegen mycoplasma. De beertjes en gelten houdt men bij elkaar tot afleveren aan de slachterij. Dat is het advies in Frankrijk, verklaren beide varkenshouders. Het massaal mengen van koppels gespeende biggen of van dieren bij opleg in de vleesvarkensstal is niet nodig. Uit oogpunt van de diergezondheid een pluspunt.

In de kraamstal is veel ruimte en licht. Een prettige werkplek waar de zeugen goed bereikbaar zijn.

In de kraamstal is veel ruimte en licht. Een prettige werkplek waar de zeugen goed bereikbaar zijn.

Diergezondheid

Met de diergezondheid zit het goed op dit bedrijf. Antibiotica worden terughoudend ingezet. Om de darmgezondheid te stimuleren wordt gewerkt met zuur in het drinkwater. Tijdens stressvolle omstandigheden, zoals rond spenen, krijgen de biggen nog een soort elektrolytenmix door het water. De naam van dat product is Elsy’Digest en het zorgt ervoor dat de darmen fit blijven en de biggen na spenen blijven eten en drinken.

De voeding van de varkens is tamelijk overzichtelijk. Coöperatie Cooperl koopt het graan in dat op het bedrijf wordt verbouwd. De varkenshouders slaan alleen de mais zelf op in een grote torensilo die tussen de stallen staat. De coöperatie levert mengvoer.
De relatief nieuwe voerinstallatie van Big Dutchman maakt van de mais een vloeibaar voormengsel. Voor de verschillende diergroepen wordt dit aangevuld met mengvoer van de fabriek, en daarna in de troggen gepompt. Half september is de silo ­bijna leeg en kan de nieuwe oogst er weer in.

De blauwe silo voor de maisopslag maakt dat het bedrijf makkelijk is te vinden voor bezoekers.

De blauwe silo voor de maisopslag maakt dat het bedrijf makkelijk is te vinden voor bezoekers.

 

Gezonde biggen

De gespeende biggen zijn levenslustig en komen nieuwsgierig op het bezoek af. De dieren lijken gezond en goed op de mest. Ze ogen wel bleekjes, maar dat zit vermoedelijk een beetje in de genetica. De zeugen zijn van de kruising Large White × Landras. Deze zeug wordt geïnsemineerd met een Piétrain-eindbeer. De genetica is van Nucleus, ook gelieerd aan Cooperl.

De biggenhokken zijn diep. De dieren liggen op een roostervloer van kunststof. Voer wordt aan een lange trog verstrekt. De broers zeggen tevreden te zijn met deze wijze van biggenopfok. De groei is naar behoren. Op tien weken leeftijd wegen de biggen gemiddeld 25 kilo of meer.

Fransen kiezen voor eenvoud en overzicht


 

Bij de dragende zeugen is gekozen voor kleine, stabiele groepen van zes à zeven dieren. Ze krijgen vloeibaar voer aan de trog. Een kort kopschot moet voorkomen dat de brutaalste zeugen de minder assertieve hokgenoten opzij zetten. In groepshokken voor drachtige zeugen is rust geboden. De dieren schrikken snel en komen in de benen zodra ze een ventiel horen van de voerinstallatie.

Het verkrijgen van een krediet drie jaar geleden om de stallen te verbouwen vormde geen probleem, zeggen de gebroeders Renault. Van de bank hebben ze drie leningen. Een met een looptijd van 
7 jaar, een loopt 12 jaar en de derde moet na 15 jaar zijn afgelost. De rente is intussen flink gezakt. Desondanks loont het niet de leningen over te sluiten, laten de broers weten.

De gespeende biggen zien er goed uit. Ze zitten in grote hokken en krijgen brijvoer uit een lange trog.

De gespeende biggen zien er goed uit. Ze zitten in grote hokken en krijgen brijvoer uit een lange trog.

 

Beren mesten

De broers lijken daar ook niet wakker van te liggen. Hun gesloten bedrijf met veel eigen grond is niet het meest kwetsbaar in tijden dat de opbrengstprijzen Europabreed slecht zijn. Een pluspunt is dat zij ook beren kunnen mesten. Dat scheelt in de voerkosten. De slachterij betaalt een aardige bonus voor de varkens. Afhankelijk van de karkaskwaliteit zit die half september 18 tot 20 cent per kilo geslacht gewicht boven de referentieprijs van € 1,38 per kilo.

De drachtige zeugen op het bedrijf staan in kleine, stabiele groepen van zes à zeven dieren.

De drachtige zeugen op het bedrijf staan in kleine, stabiele groepen van zes à zeven dieren.

Hogere varkensprijs voor trouwe klanten

De broers Renault zijn lid van Coöperatie Cooperl. De band met deze onderneming is heel hecht. Cooperl levert genetica, maakt voer en zorgt met een eigen slachterij voor de afzet van de vleesvarkens. Voor de genetica is een alliantie met fokbedrijf Nucleus. De F1-zeug van dit bedrijf is een kruiging van Large White × Landras en ligt op elk bedrijf dat levert aan Cooperl. Naast de genetica levert Cooperl ook voer en dierbenodigdheden. Een varkenshouder die alles afneemt van de coöperatie beurt een flinke toeslag voor slachtvarkens, boven de Franse referentieprijs. In het geval van de gebroeders Renault gaat het om een toeslag van 18 tot 20 cent per kilo geslacht gewicht.
De varkens (beren en gelten) gaan met een gemiddeld geslacht gewicht tussen 90 en 95 kilo naar de slachterij. Hoeveel spier en spek op de varkens zit, hebben de broers niet paraat.
Met deze werkwijze bindt de Franse coöperatie leden aan zich. Hoe meer producten een varkenshouder afneemt hoe hoger de toeslag. En de slachterij heeft ook invloed op de karkaskwaliteit van de varkens.

Beheer
WP Admin