Melkveehouder André Platerink in Laren (Gld.) is in het ongelijk gesteld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).
De grote groeisprong die André Platerink in gedachten had en die door de peildatum van 2 juli 2015 om zeep werd geholpen, komt volledig voor zijn ondernemersrisico, oordeelt het CBb dinsdag 17 september in een uitspraak. De kans is groot dat Platerink door deze beslissing failliet gaat. Advocaat Franca Damen is woedend over de beslissing van het CBb.
Platerink besloot in 2013 zijn varkenstak af te stoten en helemaal over te schakelen op melkvee. In 2013 had hij 115 melkkoeien. Hij kreeg een Nb-vergunning voor 500 melkkoeien en 342 stuks jongvee en later een omgevingsvergunning voor 423 stuks melkvee en 324 stuks jongvee. In augustus 2014 kwam de financiering van ruim € 2,3 miljoen rond, in diezelfde maand werd begonnen met de bouw van een nieuwe stal. Op de peildatum had de veehouder 323 melk- en kalfkoeien, 80 stuks jongvee jonger dan 1 jaar en 75 stuks jongvee van 1 jaar en ouder plus 38 ingeschaarde dieren. Platerink kreeg 14.208 kilo fosfaatrechten toegekend inclusief een generieke korting van 8,3% omdat het bedrijf niet grondgebonden is.
Invoering fosfaatrechtenstelsel tast bedrijfsvoering ernstig aan
Volgens het CBb heeft de Larense boer aangetoond dat het fosfaatrechtenstelsel zijn bedrijfsvoering ernstig aantast, omdat hij voor veel melkkoeien en bijbehorend jongvee geen fosfaatrecht heeft gekregen. Het bedrijf is op basis van de aangeleverde financiële stukken over de toegekende fosfaatrechten niet levensvatbaar, schrijft het CBb in de uitspraak. Toch is het College van mening dat Platerink, door in de periode van 2013 tot en met 2015 uit te breiden van 115 melkkoeien naar ruim 420 melkkoeien, gekozen heeft voor een zeer forse uitbreiding. Volgens het CBb had het de melkveehouder vanaf het moment van afschaffen van het melkquotum duidelijk moeten zijn dat ongeremde groei niet mogelijk zou zijn en maatregelen te verwachten waren. De melkveehouder had ‘een zekere mate van voorzichtigheid moeten betrachten’ en dergelijke uitbreiding zou ‘een meer dan gebruikelijk ondernemersrisico met zich meebrengen’.
Waarom aan de ene kant groei stimuleren en toestaan en aan de ander kant vervolgens de rem erop zetten?
CBb vindt het op zich begrijpelijk dat een ondernemer zijn bedrijf bestendig wil maken voor de toekomst, maar de noodzaak van een dergelijk grote uitbreiding als hier het geval is, met alle bijbehorende risico’s van dien, is niet gebleken. Dat de melkveehouder van zijn beoogde uitbreiding voor 108 melkkoeien wel fosfaatrechten toegekend heeft gekregen, heeft het CBb meegewogen in zijn beslissing.
Advocaat melkveehouder boos vanwege beloofde groeimogelijkheden
Advocaat Franca Damen, die Platerink bijstond in zijn zaak, vindt de uitspraak bijzonder hard en wrang. “Het risico van de periode na de afschaffing van het melkquotum blijkt in de praktijk steeds meer bij de melkveehouders te liggen. Tot nu toe is slechts in twee zaken anders geoordeeld door het CBb, wel heel erg weinig.”
Wat Damen het meeste steekt, is dat melkveehouders zoals Platerink collectief het kind van de rekening in de uitvoering van het fosfaatrechtenstelsel lijken te zijn. “Het is allemaal zo wrang! In een Kamerbrief stond nota bene letterlijk dat aan melkveehouders groeimogelijkheden geboden zou worden op een Europese markt. Waarom aan de ene kant groei stimuleren en toestaan en aan de ander kant vervolgens de rem erop zetten? Alle risico’s worden richting de veehouders geschoven. De juridische rechtvaardigheid is hier ver te zoeken.”
Of deze uitspraak het einde van het bedrijf van Platerink betekent, kan Damen niet zeggen.