Het nemen van een kaasmonster. RundveeNieuws

Controle op beschermde Gouda-kaas weer intensiever

De kwaliteitscontrole op Noord-Hollandse Gouda-kaas (BOB) is sinds najaar 2018 weer intensiever geworden en teruggebracht op het niveau van voor 2006.

Dit meldt het Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ) in haar jaarverslag.

Noord-Hollandse kaas Europees beschermd

Noord-Hollandse kaas met het rode zegel (Noord-Hollandse BOB) is al sinds de jaren ‘90 van de vorige eeuw Europees beschermd. Het houdt in dat voldaan moet worden aan de landbouwkwaliteitsvoorschriften voor Goudse kaas, plus aan een aantal specifieke eisen voor BOB (beschermde oorsprongsbenaming). Zo moet deze kaas worden bereid van uitsluitend koemelk van melkveebedrijven in Noord-Holland.

600 monsters per kaasbereider per jaar

De voorschriften brachten een intensieve controle met zich mee. Zo werden, afhankelijk van de jaarproductie, tot 600 monsters per kaasbereider per jaar genomen. In 2006 werden de landbouwkwaliteitsvoorschriften echter opgeheven. Hiervoor in de plaats is bij vrijwel alle kaasbereiders doorgegaan met een vrijwillig programma van monsterneming en onderzoek waarin ook de samenstelling van de kaas wordt gecontroleerd.

Hierbij wordt 1 controlebezoek per maand gebracht waarbij enkele monsters worden genomen. Dit vrijwillige programma dient als basis voor de afgifte van exportcertificaten bij zuivelproducten.

Afstemming met FrieslandCampina en Cono

Na afstemming met de productdossierhouder en de kaasbereiders (met name FrieslandCampina en Cono) is vorig jaar besloten om de controle weer helemaal conform de regels van voor 2006 uit te voeren.

Beheer
WP Admin