Meer vers gras voeren zorgt voor meer eiwit

Meer op maat bemesten van grasland en een veel groter verbruik van vers gras drijven de benutting van het gras op en zorgen zo voor meer eiwit van eigen land. Dat blijkt uit maatregelen die voortvloeien uit kennisnetwerk ‘Eiwit van eigen land’.

Samen met hun adviseurs zijn de zeven deelnemers aan het netwerk tot de conclusie gekomen dat vooral maatregelen met betrekking op ruwvoerproductie en benutting van vers gras zoden aan de dijk zetten. Voor de ruwvoerproductie geldt dat gras op behoefte moet worden bemest om (te) hoge ruweiwitgehaltes te voorkomen.

Minder en verdunde mest uitrijden

Vooral op bedrijven met overwegend gras betekent dit minder bemesten. Verder moet drijfmest bij uitrijden altijd verdund worden door een deel water op maximaal twee delen mest toe te voegen. Daarnaast zou meer grasland op de huiskavel meer beweidingsruimte creëren. Dan kan de aanwezige oppervlakte in meer percelen worden verdeeld om zo tot hogere dagelijkse grasopname te komen. Mogelijk kan een verbetering in de logistiek door aanleg van bruggen, dammen of paden ertoe leiden dat meer grasland voor beweiding ter beschikking komt.

Om de versgrasopname te vergroten kan het aantal weidedagen in het voor- en najaar worden verhoogd. Als ook jongvee buiten loopt, verhoogt dat de versgrasbenutting. Als laatste, maar niet minste, advies geldt dat najaarsgras veel beter benut kan worden door het te maaien voor zomerstalvoedering dan door het in te kuilen.